Home » Archive by category "Featured" (Page 3)

Uitgeversrecht: Nederlandse en Deense uitgevers opteren voor gezamenlijk beheer

6 augustus 2021

In het kader van de implementatie van de Richtlijn Auteursrechten, die een nieuw recht voor de uitgevers invoert, in nationale wetgeving, stomen verschillende Europese landen zich klaar voor de intense onderhandelingen met de grote techgiganten Google en Facebook. De voorbije jaren is echter duidelijk geworden dat het onderhandelen en het verkrijgen van een correcte vergoeding niet gemakkelijk is. De Franse uitgevers trokken naar de Franse Mededingingsautoriteit wegens het niet te goeder trouw onderhandelen van Google en kregen zelfs gelijk, maar er werden reeds verschillende individuele overeenkomsten gesloten tussen de techgiganten en kleine uitgevers waarbij geen of slechts een heel kleine vergoeding wordt uitgekeerd.

Om dezelfde problematiek te vermijden, onderzoeken verschillende Nederlandse uitgevers en publieke omroepen of een gezamenlijk beheer een mogelijkheid is. Een individuele, kleine uitgever die onderhandelt met een groot bedrijf zoals bv. Google, heeft niet voldoende drukkingsmiddel of macht iets te bereiken en dit zal steeds in het nadeel van de uitgever zijn. Net daarom zal onderzocht worden of de Nederlandse media de krachten kan bundelen in een beheersvennootschap en als één blok kan onderhandelen met de techgiganten. Vrijwel alle Nederlandse media zullen in overleg gaan, maar zijn zich bewust dat dit de nodige tijd in beslag zal nemen.

Ook in Denemarken volgt men dezelfde strategie. Bijna alle Deense media zullen gezamenlijk de onderhandelingen met Google en Facebook voeren. De beheersvennootschap wil in eerste instantie het recht op hun content veilig stellen en pas daarna een correcte vergoeding regelen. De techgiganten moeten eerst en vooral erkennen dat de content die zij, zonder toestemming, verspreiden op hun platformen niet hen toebehoren maar de uitgevers. Pas daarna moet een eerlijke vergoedingsregeling berekend worden.

Google probeert eveneens het uitgeversrecht te linken aan Google Showcase, al ziet de Deense beheersvennootschap dit als een poging het uitgeversrecht te ondermijnen en heeft geen intentie toe te treden.

Artikel 17 niet in strijd met Handvest van de grondrechten van de EU

In de zaak C-401/19 waarbij Polen een beroep tot nietigverklaring van artikel 17 Richtlijn Auteursrechten aantekende bij het Europese Hof van Justitie, is de conclusie gepubliceerd van de advocaat-generaal. Volgens Polen is artikel 17, lid 4, b) en c) van de Auteursrichtlijn een schending van het recht op vrije meningsuiting en informatie (artikel 11 Handvest van de grondrechten van de EU).

Polen meent dat artikel 11 beperkt wordt doordat onlinediensten gebruik maken van software om content te delen waardoor deze automatisch kan gefilterd worden. Het land vroeg het Hof zich uit te spreken over de aansprakelijkheid van onlinediensten voor het delen van content wanneer gebruikers content uploaden.

De advocaat-generaal heeft op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in dit geding. Hij is van oordeel dat er geen schending is van het recht op vrije meningsuiting en informatie en vraagt de claim ontoelaatbaar te verklaren:

  • De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Er mogen beperkingen ingeroepen worden wanneer (i) deze bij wet zijn gesteld, (ii) de essentie van het recht respecteren en (iii) in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel. De advocaat-generaal stelt dat aan deze voorwaarden is voldaan.

De advocaat-generaal stelt eveneens dat er, zonder afbreuk aan de essentie van de vrijheid op meningsuiting, kan gekozen worden om aan bepaalde tussenpersonen een aantal actieve toezichtsmaatregelen t.a.v. specifieke onwettige informatie op te leggen.

  • Artikel 17 omvat een nieuwe aansprakelijkheidsregeling. De richtlijn verplicht onlinediensten tot preventief toezicht in overeenstemming met wat men verwacht van een zorgvuldige operator en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Volgens de advocaat-generaal is een specifieke aansprakelijkheidsregeling niet onevenredig. De evenredigheid is te wijten aan (i) de omvang van de economische schade van illegale content; (ii) het moeilijk controleren van hergebruik van content door het principe van “kennisgeving en verwijdering”; (iii) de moeilijkheid om gebruikers die illegale content plaatsen gerechtelijk te vervolgen; (iv) de toezichtsverplichtingen die gelden voor zowel specifieke als tussenpersoon optredende dienstverleners. Aanbieders van diensten oefenen door het promoten van deze content eveneens een zekere invloed uit op de voor het publiek toegankelijke informatie. De advocaat-generaal is dan ook van oordeel dat aanbieders van content kunnen vergeleken worden met traditionele tussenpersonen zoals uitgevers, waardoor het mogelijk is hen een specifieke aansprakelijkheidsregeling vast te stellen.

Daarnaast werd er een duidelijke en nauwkeurige grens gesteld aan de filter‑ en blokkeringsmaatregelen, om de mogelijke risico’s op overblokkering als gevolg van de aansprakelijkheidsregeling te beperken en om het billijk evenwicht tussen de rechten en de bescherming van vrije meningsuiting te waarborgen.

  • Artikel 17 legt monitorverplichtingen op die de vorm van filtering aannemen waaraan twee cumulatieve voorwaarden verbonden werden, namelijk het trachten te voorkomen dat geïdentificeerde content met onrechtmatige reproducties van werken en andere beschermde content online worden geplaatst zonder dat de beschikbaarstelling van content met rechtmatige reproductie wordt belet. De richtlijn specifieert niet op welke manier gefilterd mag worden.

De definitieve uitspraak wordt binnenkort verwacht.

Uitgeversrecht: Franse Mededingingsautoriteit legt Google boete op van 500 miljoen euro

26 juli 2021

De Franse mededingingsautoriteit heeft op 13 juli 2021 een boete van 500 miljoen euro opgelegd aan Google wegens de schending van voorlopige maatregelen  zoals uitgesproken bij het besluit van 9 april 2020.

De mededingingsautoriteit legt Google verder op:

  • Vergoedingsvoorstellen te doen aan uitgevers die bereid zijn om in onderhandeling te treden, op basis van het recht van de persuitgever (dwangbevel 1);
  • De gegevens mee te delen die nodig zijn om de vergoedingsvoorstellen op transparante wijze te kwantificeren (bevel 2).

 

De motivering van de mededingingsautoriteit luidt als volgt:

  • Google heeft niet te goeder trouw onderhandeld;
  • Google heeft beslist dat de onderhandelingen uitsluitend binnen hun Google News Showcase-partnerschap zouden plaatsvinden, en geweigerd om de vergoeding voor het uitgeversrecht te bespreken;
  • Google heeft de reikwijdte van de onderhandelingen beperkt door de content van persagentschappen en publicaties van gespecialiseerde pers uit te sluiten, ook al worden deze publicaties door het naburige recht beschermd;
  • Ten slotte heeft Google niet de gevraagde informatie gedeeld die nodig is om eerlijke onderhandelingen te voeren.

 

De Autoriteit concludeert dat het gedrag van Google neerkomt op “schendingen van uitzonderlijk ernstige aard” waardoor de afdwingbaarheid van het uitgeversrecht nog verder wordt vertraagd. De mededingingsautoriteit zal de toepassing van haar besluit op de voet volgen. Niet-naleving stelt Google bloot aan een dwangsom die kan oplopen tot 900.000 euro per dag.

De moet worden gezien als  een zeer positief precedent. Naast de aanzienlijke boete is het belangrijk dat de toezichthouder Google gelast terug te keren naar de onderhandelingstafel en duidelijk onderscheid maakt tussen Google News Showcase-overeenkomsten en licenties voor het uitgeversrecht. Deze beslissing geeft Europese uitgevers een hefboom om meer informatie van de big tech te krijgen om de waarden van hun content te evalueren en een billijke vergoeding te krijgen.

Digital News Report 2021

Naar jaarlijkse traditie heeft de universiteit van Oxford zijn Digital News Report gepubliceerd. Anders dan voorgaande jaren werd er uiteraard rekening gehouden met COVID-19 en hoe de pandemie het nieuws heeft beïnvloed. Zo is het geen verrassing dat COVID-19 voor meer misinformatie heeft gezorgd, al is globaal bekeken de hoeveelheid fake news relatief gelijk gebleven met voorgaande jaren. Toch uiten meer en meer mensen hun bezorgdheid over desinformatie en komen veel meer personen ermee in aanraking. In België geeft liefst 36% aan dat ze reeds in aanraking zijn gekomen met foutieve informatie omtrent COVID-19. Als bron wordt niet de media zelf aangehaald, maar voornamelijk politici.

Hoewel bij ons, en in West-Europa in het algemeen, de interesse in nieuws stabiel is gebleven, kan dit niet gezegd worden over de rest van de wereld. Zo stelt men een daling vast van ruim 17 % in Spanje en het Verenigd Koninkrijk en 12% in Italië en Australië. Toch zijn personen steeds meer bereid te betalen voor online nieuws. Waar in België vorig jaar amper 12% van de bevolking betaalde voor online nieuws, is dit gestegen naar 16%, een positieve trend die ook in Nederland voelbaar is. De Scandinavische landen spannen hierbij wel nog steeds de kroon met Noorwegen, waarbij ruim 45% betaalt voor online nieuws, gevolgd door 30% in Zweden.

In vergelijking met voorgaande jaren, werd ook aanzienlijk meer nieuws geconsumeerd, een gevolg van COVID-19. Hierbij worden wel aanzienlijke verschillen vastgesteld inzake de leeftijdsgroepen. Ruim twee derden van de jongeren beschouwen online nieuws als hun voornaamste bron van nieuws, terwijl dit bij de oudere leeftijdsgroep amper een vijfde bedraagt. Deze leeftijdsgroep consumeert nieuws vooral via televisie en print.

Er wordt ook bezorgdheid geuit over de financiële status van nieuwsmedia. Dat nieuwsmedia steeds minder inkomsten genereren is voor de lezers vaak een onbekend fenomeen. Toch is 33% in België bezorgd over de daling in inkomsten en vindt dat de overheid steun moet bieden waar nodig. Daartegenover is echter meer dan 50% niet bezorgd over deze daling aan inkomsten.

Tot slot kan men vaststellen dat het vertrouwen in nieuwsmedia is gestegen. In België is het vertrouwen ruim 54% – met 61% in Vlaanderen en 45% in Wallonië – wat een stijging is van 9% ten opzichte van vorig jaar. Enkel Nederland doet beter met 59%. België doet het dan ook ruimschoots beter dan het globale gemiddelde van 44%. Hier valt echter wel op te merken dat het vertrouwen in nieuws op sociale media globaal slechts 24% bedraagt.

In Vlaanderen is VRT Nieuws nog steeds de meeste betrouwbare bron, gevolgd door VTM Nieuws. De Tijd en De Standaard worden als meest betrouwbare kranten beschouwd.

Persuitgevers begunstigden onder artikel 17 (value gap) van de Richtlijn Auteursrechten

10 juni 2021

7 juni 2021 was de deadline voor de lidstaten om de Richtlijn Auteursrechten om te zetten in nationale wetgeving. Slechts vier lidstaten zijn er in geslaagd de richtlijn tijdig om te zetten.

Dat de Europese Commissie slechts luttele dagen voor deze deadline haar richtsnoeren over artikel 17 bekendgemaakt heeft, helpt natuurlijk niet. Deze richtsnoeren moeten de lidstaten namelijk helpen bij de interpretatie van een belangrijke bepaling op grond waarvan de culturele en creatieve sector vergoedingen kan claimen aan platformen voor het delen van hun content.

Deze richtsnoeren sluiten niet uit dat persuitgevers kunnen genieten van de licentiemogelijkheden die artikel 17 biedt. De Europese Commissie herinnert er in de richtsnoeren ook aan dat artikel 17 tot doel heeft de ontwikkeling van de licentiemarkt te bevorderen.

Lidstaten kunnen  dus van hun discretionaire bevoegdheid gebruikmaken om persuitgevers op te nemen als begunstigden onder artikel 17. Frankrijk, Duitsland en Denemarken hebben dit terecht gedaan.

De tekst van artikel 17 van de Richtlijn laat het immers toe persuitgevers op te nemen onder de rechthebbenden. In artikel 17, 1, § 1, wordt immers verwezen naar het verlenen van toegang aan het publiek tot “auteursrechtelijk beschermde werken of andere beschermde materialen die die door de gebruikers ervan zijn geüpload”. Deze andere materialen verwijst naar materie die beschermd wordt door andere rechten dan het auteursrecht, zoals naburige rechten.

Evenzo voorziet artikel 17, lid 1, tweede alinea, in de verplichting toestemming te verkrijgen “van de in artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn bedoelde rechthebbenden”. Via artikel 15 van de Richtlijn zijn persuitgevers de facto houders geworden van een recht om hun content ter beschikking te stellen van het publiek als houders van een naburig recht. Zij zijn dus houders van een recht zoals bedoeld in artikel 3 van de Richtlijn.

Bovendien volgt dit uit de interne logica van de Richtlijn, die een naburig recht toekent aan persuitgevers, zodat het niet meer dan logisch is dat deze rechthebbenden dezelfde rechten genieten als andere houders van een naburig recht en dus onder artikel 17 vallen.

Vlaamse Nieuwsmedia roept België dan ook op om, in navolging van Frankrijk, Duitsland en Denemarken, gebruik te maken van de discretionaire bevoegdheid die haar krachtens de richtlijn toekomt om persuitgevers op te nemen als begunstigden onder artikel 17.

GUIDELINES EUROPESE COMMISSIE MET HET OOG OP HET VERSTERKEN VAN DE GEDRAGSCODE INZAKE DESINFORMATIE

De Gedragscode inzake desinformatie maakt momenteel het onderwerp van herziening uit. De Europese Commissie wil de code versterken waar nodig en hebben enkele aanbevelingen gedaan waar ze de code graag gewijzigd zien.

De Europese Commissie hoopt dat de gedragscode een effectiever hulpmiddel zal worden en heeft volgende aanpassingen voorgesteld:

  • Spelers moeten aangemoedigd worden zich bij de code aan te sluiten en er zouden gepersonaliseerde verbintenissen opgesteld moeten worden op basis van de grootte van de spelers en de aard van de diensten.
  • Platformen en andere spelers moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat desinformatie gedemoniseerd wordt. Dit kan o.a. door informatie te delen waarbij een advertentie geweigerd werd zodat de transparantie en verantwoordelijkheid verbeterd wordt.
  • De code moet het manipulatief gedrag dekken dat gebruikt wordt om desinformatie te verspreiden (bv. fake accounts, georganiseerde manipulatieve campagnes).
  • Gebruikers zouden gemakkelijker desinformatie moeten kunnen aangeven. De personen wiens account of content werd aangegeven, zouden de mogelijkheid moeten krijgen hiertegen in beroep te gaan.
  • Er is nood aan een betere samenwerking met factcheckers en een regelgevend kader rond de toegang tot data voor onderzoekers.
  • Er moet eveneens een monitoringkader komen op basis van de KPI’s die de resultaten en impact van de platformen kunnen meten. De platformen moeten deze gegevens regelmatig delen met de Europese Commissie.
  • Er moet een Transparantie Centrum opgericht worden waarbij iedereen die de code ondertekend heeft, moet meedelen welke acties hij heeft ondernomen om aan de code te voldoen, hoe deze uitgevoerd worden en hun data meedelen die nuttig zijn voor de KPI’s. Daarnaast zou ook een permanente task force opgericht moeten worden die helpt de code te herzien.

News Media Europe, de Europese federatie van nieuwsuitgevers, sluit zich aan bij bovenstaande aanbevelingen, maar vraagt bijkomend expliciet de persvrijheid te waarborgen en op te nemen in de herziening van de gedragscode dat:

  • De ondertekenaars mogen geen perstitels discrimineren, bv. via aanbevelingssystemen, waarschuwings- of labellingtools.
  • De ondertekenaars mogen geen fact-check uitvoeren op redactionele media, die reeds beschikken over interne redactieteams en handelen volgens de journalistieke beroepsethiek.
  • Het systeem waarbij gebruikers content aangeven, mag niet als basis dienen om content te verwijderen. Dit kan enkel door rechtbanken of nationale regulatoren.

Uitgeversrecht krijgt stilaan vorm in België

De ministerraad heeft  op 4 juni 2021 het voorontwerp van wet inzake de auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt goedgekeurd op voorstel van minister van Economie Dermagne en minister van Justitie Van Quickenborne. Deze wet zet de Europese Richtlijn Auteursrechten 2019/790 om in Belgisch recht. Deze omzetting werd aangevuld met een set nieuwe regeling die ertoe strekken de auteursrechten en naburige rechten beter te doen naleven.

De Richtlijn voert een nieuw exclusief recht in voor persuitgevers met betrekking tot hun online publicaties, d.w.z. dat eenieder toestemming van de uitgever nodig heeft bij gebruik van een perspublicatie tenzij een van de door de richtlijn ingevoerde uitzonderingen van toepassing is. Dit nieuwe recht van de persuitgevers zal nog verder worden bestudeerd en opnieuw door de ministerraad worden geanalyseerd met het oog op een betere bescherming van de uitgever. Er werden hieromtrent vragen gesteld aan de Europese Commissie en een juridisch adviesbureau om na te gaan welke manoeuvreerruimte hiervoor beschikbaar is.

Met betrekking tot de strijd tegen massale online inbreuken voorziet het wetsontwerp in een nieuwe kortgeding procedure om deze inbreuken sneller en efficiënter aan te pakken en in de oprichting van een nieuwe dienst binnen de FOD Economie die de bevoegdheid heeft om de voorlopige maatregelen zoals bevolen door de rechter verder te preciseren en ze aan te passen om de doeltreffendheid te garanderen.

Het wetsontwerp wordt momenteel ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Nieuw uitgeversrecht goedgekeurd in Duitsland

7 juni 2021

Het Duitse Parlement heeft de omzetting van de Richtlijn Auteursrechten goedgekeurd. De bestaande wet inzake auteursrechten en naburige rechten wordt  aangepast aan de richtlijn. In tegenstelling tot andere landen, gebruikt Duitsland een combinatie van copyright wetgeving en mededingingsrecht wat ervoor moet zorgen dat platformen geen oneerlijke voorwaarden voor het uploaden van content opstellen.

De wetgeving stelt onder meer in het kader van de omzetting van artikel  17  (value gap) nieuwe  uitzonderingen vast tot het beschermen van perspublicaties:

  • Het gebruik van een film- of audiofragment wordt vastgelegd op 15 seconden;
  • Er mogen max. 160 tekens gebruik worden van een artikel;
  • Er mogen afbeeldingen gebruikt worden van max. 125 kB.

Daarnaast is de reproductie, distributie en openbare reproductie van een werk toegelaten indien het citaten, karikaturen, parodieën en pastiches betreft.

De Richtlijn Auteursrechten stelt ook dat er een passende vergoeding moet betaald worden aan de rechthebbenden.  De Duitse wet stelt dat geen afstand kan worden gedaan van de vordering tot vergoeding en dat dit enkel kan worden overgedragen aan een beheersvennootschap. Wanneer de auteur zijn rechten heeft overgedragen aan een uitgever, dient de uitgever op passende wijze worden betrokken bij de wettelijke vergoedingsclaims. Deze kunnen enkel worden ingediend via gemeenschappelijke beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers.

De wet stelt dat zowel de auteur als de eigenaar van de rechten op ander materiaal, een passend deel moet krijgen, dat minstens een derde van de inkomsten van de persuitgever moet bedragen. Hiervan kan alleen afgeweken worden op basis van een gemeenschappelijke beloningsregel of een collectieve overeenkomst. Er werd beslist geen forfaitair bedrag vast te leggen aangezien de vergoeding anders te gering kan worden omvat binnen de wettelijke beschermingsperiode van het contract, maar eveneens omdat de verwachte inkomsten niet correct kunnen worden verzekerd.

Er werd ook een arbitragemechanisme in de wet voorzien. Indien binnen de drie maanden geen akkoord wordt bereikt, kan de Minister van Justitie een onderhandelingspartner aanwijzen om te onderhandelen over een gemeenschappelijke vergoedingsregel. Daarnaast blijft ook de arbitragecommissie bestaan, namelijk wanneer er een oneerlijke compensatie wordt gegeven, kan men dit betwisten voor de commissie die dan een voorstel van eerlijke vergoeding kunnen doen.

De inwerkingtreding van de wet is gedeeltelijk voorzien op 7 juni 2021;  al is er voor bepaalde wijzigingen een langere termijn voorzien tot 1 augustus 2021.

 

 

 

Nieuws in de Klas: Sint-Lodewijk uit Beveren wint Nieuwsquiz!

26 mei 2021

Het zesde leerjaar van de gemeentelijke vrije basisschool Sint-Lodewijk in Beveren mag zich een jaar lang de “Meest nieuwswijze klas van Vlaanderen” noemen! De leerlingen wonnen de Nieuwsquiz van Nieuws in de Klas. Vlaams minister van Jeugd en Media, Benjamin Dalle, mocht hen de prijs komen overhandigen.

250 klassen namen deel aan de Nieuwsquiz die liep van januari tot mei. Klassen moesten telkens 10 actuavragen juist beantwoorden om door te kunnen gaan naar de finale. 12 klassen kwamen daar als beste uit. Afgelopen vrijdag werd dan de finale van de Nieuwsquiz gespeeld. De leerlingen kregen vragen als “Hoe heet de terreurorganisatie in Palestina”, “Van welk land dat deelnam aan het Eurovisiesongfestival testte een bandlid positief op corona” tot “Hoeveel geld verdienen youtubers per duizend kliks?”.

De winnende klas, het zesde leerjaar van GVBS Sint Lodewijk uit Beveren, behaalde een perfecte score van 20 op 20. Zij kregen daarom een bezoekje van minister Dalle, die een mooi cadeaupakket mee had met mediawijze boeken, een boekenbon voor de schoolbibliotheek en leuke gadgets voor de leerlingen. Zij mogen zichzelf nu een jaar lang de meest nieuwswijze klas van Vlaanderen noemen.

 

“Voor de finale hebben de klassen 2 weken lang heel enthousiast het nieuws gevolgd”, zegt Veerle Marckx van Nieuws in de Klas. “De winnende klas keek elke dag naar Karrewiet, nieuwsuitzendingen én ze lazen de krant. Het is bovendien bewonderenswaardig hoeveel de leerlingen over mediawijsheid wisten, want die vragen konden ze niet voorbereiden. Echt een verdiende winnaar dus!”

Vlaams minister van Jeugd en Media, Benjamin Dalle: “Kinderen zijn al op jonge leeftijd actief op smartphones en sociale media. Belangrijk dus om hen van meet af aan mee te trekken in het verhaal van mediawijsheid. Met de Nieuwsquiz leren ze op een creatieve en speelse manier met mediawijsheid en actualiteit om te gaan. Duidelijk is alvast dat kinderen heel erg op de hoogte zijn van wat er reilt en zeilt in de wereld. Dàt noem ik nu eens topnieuws!”

De tweede plaats ging naar het 6e leerjaar van De Vlieger uit Heffen. Het zesde leerjaar van basisschool De Zandkorrel in Hechtel-Eksel behaalde de derde plaats. Meer over Nieuws in de Klas op https://www.nieuwsindeklas.be/

Standpunt van de persuitgevers inzake de herziening van artikel 25 en 150 van de Grondwet

3 mei 2021

Naar aanleiding van het voorstel tot herziening van artikel 25 van de Grondwet, werd Vlaamse Nieuwsmedia op 28 april 2021 uitgenodigd voor een hoorzitting in de Commissie Grondwet en Institutionele vernieuwing van de Kamer.

Het grondwetsvoorstel opteert voor een uitbreiding van de persvrijheid naar ‘alle informatiemedia’ – momenteel omvat dit enkel de drukpers – en garandeert het verbod op censuur: “Dezelfde waarborgen gelden voor alle informatiemedia. Ook zij zijn vrij: de censuur kan nooit voor hen worden ingevoerd”.

In eerste instantie juichen de persuitgevers de uitbreiding naar ‘alle informatiemedia’ toe. Waar vroeger drukpers een van de enige vormen van communicatie was en bijgevolg als enige werd beschermd door de grondwet, is dit de laatste decennia grondig gewijzigd. Niet alleen zijn radio en televisie meer aanwezig, ook de komst van sociale media zorgt ervoor dat het onderscheid tussen gedrukte teksten en elke andere mediavorm moeilijk te maken of te rechtvaardigen is. De rechtspraak brengt hierover eveneens geen eensluidend antwoord waardoor een technologieneutrale hervorming zich opdringt.

De persuitgevers vragen echter wel om voorzichtigheid. Het begrip ‘informatiemedia’ moet duidelijk worden afgebakend en gedefinieerd. Het toepassingsgebied geeft momenteel nog niet aan wat er onder het begrip gedekt zou zijn. Dat kranten en hun nieuwssites, magazines, radio en televisie onder ‘informatiemedia’ zullen vallen, is vanzelfsprekend, maar wat met onder andere vloggers en sociale mediaplatformen? De uitgevers pleiten voor een ruime definitie waardoor alle meningsuitingen aan een publiek gedekt worden en zodoende de vrijheid van meningsuiting steeds gegarandeerd wordt.

De preconstituante bepaalt dat een derde lid aan artikel 25 van de grondwet kan worden toegevoegd. Dit zal echter tot een ongelijk onderscheid tussen de pers en andere media leiden. De persuitgevers stellen voor geen extra lid toe te voegen, maar met respect voor de geest van de verklaring tot herziening van artikel 25 die de waarborgen van dit artikel wenst uit te breiden naar andere media, zich te beperken tot lid 1 van artikel 25 als volgt te wijzigen: “De drukpers is vrij, onder welke vorm ook en ongeacht de technische of technologische verspreidingswijze; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers. Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.”

Dit zou een juridisch zuiverdere oplossing zijn dan in de eerste paragraaf het woord “drukpers” te behouden om vervolgens in een derde lid in de uitbreiding te voorzien.

De getrapte aansprakelijkheid uit lid 2 is een noodzakelijke waarborg die moet behouden worden om eventuele druk voor de publicatie te vermijden. In dit lid is een actualisering wel aan de orde: de term ‘schrijver’ is enigszins achterhaald en zou beter vervangen worden door ‘auteur’.

Artikel 150

Naast artikel 25, wordt ook artikel 150 van de grondwet in het licht van een mogelijke herziening bekeken: “De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en mediamisdrijven, behoudens strafbare uitingen ingegeven door racisme, vreemdelingenhaat, of seksisme, of die aanzetten tot haat, geweld of discriminatie jegens personen of groepen”.

De wijziging van de term ‘drukpersmisdrijf’ naar ‘mediamisdrijf’ lijkt vanzelfsprekend in het licht van de voorgestelde wijzing van artikel 25, maar ook hier is nood aan een duidelijke definiëring en afbakening van de term. De persuitgevers stellen voor de term ‘media’ te wijzigen in de term ‘pers’.

Inzake de uitbreiding van de strafbare uitingen voor een correctionele rechtbank is de nodige voorzichtigheid cruciaal. Indien de correctionele rechtbank bevoegd wordt voor strafbare uitingen die bewust aanzetten tot haat, geweld of discriminatie jegens personen of groepen, moeten deze uitzonderingen restrictief geïnterpreteerd worden.

Voor alle andere mediamisdrijven die niet onder een correctionele rechtbank zouden vallen, pleiten de persuitgevers er voor deze te depenaliseren en dus uitsluitend te laten berechten via burgerrechtelijke procedures. Dit is in lijn met de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens en het standpunt van de Raad van Europa hieromtrent.

 

 

 

 

 

 


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.