Home » Archive by category "Kenniscentrum" (Page 2)

Google onder druk bereid tot het sluiten van akkoorden

18 februari 2013

 
Op vrijdag 1 februari 2013 ondertekenden de Franse uitgevers en Google na drie maanden hard onderhandelen een, volgens Google althans, historisch akkoord. Het gaat om een globaal akkoord dat tot doel heeft innovatie te promoten, het bereik van de websites van de uitgevers te verhogen en hen te helpen bij de noodzakelijke overgang naar een digitaal businessmodel. Voor dit laatste wordt een door Google gefinancierd (60 miljoen euro) fonds voor innovatie in de digitale pers opgericht. Gedurende drie jaar kunnen de uitgevers van dit fonds gebruik maken om mediaprojecten in te dienen. Het sluiten van dit akkoord heeft tot gevolg dat het voornemen van de Franse president Hollande om Google een vergoeding, in de vorm van een naburig recht, te laten betalen van de baan is.
Vlak voor het jaareinde sloten de Belgische Franstalige krantenuitgevers eveneens een akkoord met Google dat een einde stelt aan hun hangende juridische procedures. Op basis van dit akkoord zullen de Belgische Franstalige krantenuitgevers en Google samenwerken om zakelijke opportuniteiten inzake online content te creëren. Bedoeling is om meer bezoekers te brengen naar de websites van de uitgevers, de user engagement te vergroten en de inkomsten van deze sites te verhogen. Hoewel beide partijen verschillende visies behouden met betrekking tot hun respectievelijke juridische standpunten, is Google bereid de gerechtskosten te betalen en met de uitgevers samen te werken aan business partnerships en innovatie die bevorderlijk zijn voor beide partijen.
Deze akkoorden openen alvast de deur voor gelijkaardige overeenkomsten in andere landen. Duitsland daarentegen houdt voorlopig vast aan de invoering van een naburig recht. Het wetsvoorstel dat voorziet zoekmotoren en aggregatoren te laten betalen voor het hergebruik van perscontent ligt ter bespreking voor in de Bondstag.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Oproep Nacht van de Journalistiek: Prijs van de Minister van Media 2013

25 januari 2013

Op 25 april 2013 vindt de derde editie van de Nacht van de Journalistiek plaats in The Egg Brussel. De Nacht is een organisatie van organisatie van Vlaamse Nieuwsmedia, The Ppress, UPP en VUKPP in samenwerking met alle Vlaamse opleidingen journalistiek, VVJ en Fonds Pascal Decroos.
Tijdens de Nacht wordt de ‘Prijs van de Minister van Media’ (lees hier de volledige oproep) uitgereikt aan een beloftevolle laatstejaarsstudent journalistiek. De laureaat krijgt een betaalde startbaan van vier maanden op verschillende nieuwsredacties van de geschreven pers aangeboden.

Mediacademie leidt Vlaamse redacteurs en mediaprofessionals op

27 december 2012


Met de steun van de Vlaamse overheid volgen redacteurs en andere mediaprofessionals in 2013 opnieuw een groot aantal opleidingen. Mediacademie wapent hen met de noodzakelijke journalistieke, zakelijke en technische competenties om de kwaliteit van de geschreven pers te waarborgen in een snel veranderend digitaal medialandschap. Nieuw dit jaar is een reeks workshops over actuele domeinen als datajournalistiek, diversiteit, auteursrecht en deontologie in een digitale omgeving.

Mediacademie is een initiatief van de vier associaties van de geschreven pers – Vlaamse Nieuwsmedia, The Ppress, UPP en VUKPP – met de steun van Vlaams minister van Media Ingrid Lieten. Redacteurs en mediaprofessionals die vast of freelance werken bij leden-uitgevers van de organiserende federaties hebben vrij toegang tot deze opleidingen. De financiering van deze opleidingen gebeurt via cofinanciering, waarbij maximaal 60% van de kosten van een opleiding gesubsidieerd wordt met een plafond van 1 miljoen euro.
Mediacademie stroomlijnt een groot deel van de bedrijfsopleidingen van de geschreven persuitgevers. De klemtoon ligt op de uitbouw van redactionele vaardigheden, de integratie van nieuwe media, het inzicht in de mediabeleving van de lezer en de deontologische kennis van zowel redacteurs als zakelijke medewerkers. Al deze aangeleerde vaardigheden zijn niet eigen aan een specifiek bedrijf en zijn van nut tijdens de volledige loopbaan, ongeacht de huidige functie van de freelancer of werknemer. Mediacademie mikt op de ontwikkeling van nieuwe competenties, maar wil ook bestaande kennis op de werkvloer naar waarde schatten; de expertise van senior redacteurs en mediaprofessionals wordt aangewend om een jongere generatie op te leiden. Het aanbod houdt rekening met de noden van diverse doelgroepen; grote en kleine uitgeverijen, dagbladen, magazines en gespecialiseerde periodieke uitgaven.
Naast bedrijfsopleidingen, worden dit jaar ook extra opleidingen georganiseerd op advies van de interdisciplinaire adviesraad, samengesteld uit vertegenwoordigers van de uitgevers, de professionele en academische opleidingen journalistiek, VVJ, de Raad voor de Journalistiek, VDAB, Fonds Pascal Decroos, het kabinet Media, de administratie Media, de audiovisuele sector. Deze bijzondere opleidingsinitiatieven behandelen het statuut van jonge redacteurs en mediaprofessionals, zelfmanagement voor freelancers, auteursrechten en licenties, deontologie van redacteurs en mediaprofessionals, datajournalistiek en visualisatie, de analyse van nieuwscontent, armoede en diversiteit in de media.
Tenslotte overkoepelt Mediacademie ook alle opleidingen van de Academie voor de Periodieke Pers, kortweg Persacademie.be. Deze workshops zijn in hoofdzaak gericht op kleine en middelgrote uitgeverijen en redacties van gespecialiseerde (leden)bladen, maar staan open voor alle redacteurs en mediaprofessionals.
Meer informatie via www.mediacademie.be

Mediasector schaart zich massaal achter MediaID

14 december 2012

Door iMinds

Gisteren werd het Media ID project voorgesteld aan de selectie commissie van MiX (het Media Innovatie Centrum van iMinds). Media ID brengt de Vlaamse mediasector op een ongeziene schaal op de been: zowel de krantengroepen als de magazines en alle Vlaamse zenders zetten samen hun schouders onder dit baanbrekend initiatief.
Het Media ID-project wil een open en betrouwbare oplossing ontwikkelen om de identiteit van mediagebruikers te kunnen beheren over verschillende platformen, toestellen en media heen. Dat maakt nieuwe diensten en sterk gepersonaliseerde media mogelijk, op een erg gebruiksvriendelijke manier. Het project wordt momenteel geëvalueerd en zal mits goedkeuring van start kunnen gaan in het voorjaar van 2013.
9 maanden geleden richtte Ingrid Lieten, Vlaams minister voor Innovatie, MiX op in de schoot van iMinds, de Vlaamse strategische onderzoeksinstelling die zich toelegt op ICT innovatie. Gisteren werd Media ID gepresenteerd aan de selectie commissie van het MiX, één van de eerste grootschalige projectvoorstellen.
De Vlaamse mediasector staat voor een grote uitdaging omwille van de snelle digitalisering, maar toont hiermee aan dat ze voluit voor innovatie kiest en daarbij unieke samenwerkingen aangaat. Het Media ID-project verenigt immers zowel de krantengroepen als de magazines en alle Vlaamse zenders in één baanbrekend project.
Het is bovendien bij uitstek een ‘open’ project, dat op termijn de hand wil reiken naar alle spelers in de markt, zowel de ‘klassieke’ media als kleine bedrijven en jonge starters. Media ID  bevestigt ook meteen de ambitie van het MiX om representatief onderzoek uit te voeren voor en met de Vlaamse mediasector.
Media ID wil een open en betrouwbare oplossing ontwikkelen om de identiteit van mediagebruikers te kunnen beheren over verschillende platformen, toestellen en media gebruiken heen. Er wordt gewerkt naar een uiterst gebruiksvriendelijke toepassing, die mediagebruikers dankzij één unieke login toegang zal verlenen tot allerlei media platformen en toepassingen. Dit zal de media sector ook toelaten nieuwe diensten en een veel persoonlijker media-aanbod te ontwikkelen, op maat van elke gebruiker en diens interesses en behoeftes. Het onderzoeksproject zal sterk focussen op aspecten als gebruiksgemak, de veiligheid en betrouwbaarheid voor de mediaconsument, de bescherming van diens privacy en de extra mogelijkheden die het platform kan ontplooien.
“MiX werd opgericht om met innovatieve oplossingen een positief antwoord te kunnen bieden op de uitdagingen die de toekomst ons stelt. Het enthousiasme voor een project als MediaID verheugt ons dan ook, want het toont duidelijk aan dat er draagvlak is voor een brede vernieuwing in de sector en dat het kader gecreëerd is dat grote strategische samenwerkingen mogelijk maakt. Het platform zal openstaan voor alle bedrijven die in deze markt actief zijn, zowel kleine als grote, en dat is uniek in de wereld.”, zegt Martijn Bal, MiX Director.
Lees hier het bericht op de website van iMinds, het nieuwe IBBT

Nederland: smartphones, tablets en computers vallen vanaf 2013 onder het thuiskopie systeem

14 november 2012

Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Onder het huidige thuiskopie systeem is in Nederland enkel een vergoeding verschuldigd voor blanco cd’s en dvd’s. De afgelopen jaren is het aantal dragers en apparaten dat gebruikt wordt om in een thuisomgeving reproducties te maken van auteursrechtelijk beschermde werken echter sterk toegenomen. De stichting Thuiskopie wilde de lijst van dragers en apparaten waarvoor een vergoeding verschuldigd is, uitbreiden. Het thuiskopie systeem is in Nederland echter al enige jaren bevroren waardoor er geweigerd werd een thuiskopie systeem in te voeren voor deze nieuwe dragers en apparaten.
Op 27 maart 2012 heeft het Hof van Den Haag, in een zaak aangespannen door beheersvennootschap Norma, deze bevriezing als onrechtmatig geoordeeld. Door het thuiskopie systeem niet uit te breiden, handelt Nederland namelijk in strijd met de Richtlijn Informatiemaatschappij die lidstaten de keuze laat tussen het invoeren van een thuiskopie uitzondering waar een billijke vergoeding tegenover staat, of het strikt handhaven van het exclusief recht van de rechthebbende. Een lidstaat die het maken van een thuiskopie toelaat, moet ervoor zorgen dat de rechthebbende daarvoor een billijke compensatie ontvangt die het mogelijke nadeel moet vergoeden dat de rechthebbende door de betrokken reproductiehandeling lijdt. Wanneer Nederland bijgevolg heeft gekozen voor een systeem waarin een heffing wordt gelegd op apparaten die gebruikt worden om in een thuisomgeving reproducties te maken, mag het daarvan niet, althans niet zonder gegronde redenen, een of meerdere categorieën uitzonderen die eveneens in meer dan verwaarloosbare mate, voor het maken van thuiskopieën worden gebruikt en daardoor schade voor de rechthebbenden veroorzaken, aldus het Hof.
Op 23 oktober 2012 werd dan ook een nieuw besluit met betrekking tot het thuiskopie systeem uitgevaardigd dat vanaf 1 januari 2013 in werking treedt. De heffingen op blanco cd’s en dvd’s zijn verlaagd, terwijl apparaten als computers, tablets en smartphones nu ook worden belast (2,5 € of 5 € in functie van de opslagcapaciteit). Deze tarieven zijn het resultaat van onderhandelingen tussen staatssecretaris Teeven en de belanghebbenden in het overlegorgaan SONT, waarin betalingsplichtige fabrikanten en importeurs zijn vertegenwoordigd.
In België dient de vergoeding voor rechthebbenden in het thuiskopie systeem eveneens te worden uitgebreid. De lijst van apparaten die vandaag in aanmerking komen voor een vergoeding is niet meer aangepast aan de realiteit: de belangrijkste apparaten waarmee kopieën van beschermde werken kunnen worden gemaakt en waarop een vergoeding moet worden geheven – zijnde de computers en tablets – vallen hier nog steeds uit de boot.

Geen recht op vergetelheid in online persarchieven

Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Uitgevers worden meer en meer geconfronteerd met de vraag van bepaalde personen om hun naam uit online archieven te verwijderen. Meestal gaat het om personen die ooit als verdachte, beschuldigde, beklaagde of veroordeelde het voorwerp hebben uitgemaakt van één of meerdere persartikels. Met een eenvoudige zoekactie via een zoekmotor op hun eigen naam komen ze uit op verschillende artikels uit kranten, magazines etc. die spreken over hun veroordeling die jaren geleden actueel nieuws was. Zij roepen bijgevolg het recht op vergetelheid in en wensen dat de artikels stuk voor stuk worden verwijderd uit de online archieven.
Artikel 12 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens bepaalt immers dat eenieder gerechtigd is kosteloos de verwijdering van of het verbod op de aanwending van alle hem betreffende persoonsgegevens te bekomen die, gelet op het doel van de verwerking, onvolledig of niet ter zake dienend zijn, of waarvan de registratie, de mededeling of de bewaring verboden zijn of die na verloop van de toegestane duur zijn bewaard. Bovendien bepaalt artikel 8 sowieso dat de verwerking van persoonsgegevens inzake geschillen voorgelegd aan hoven en rechtbanken alsook aan administratieve gerechten, inzake verdenkingen, vervolgingen of veroordelingen met betrekking tot misdrijven, of inzake administratieve sancties of veiligheidsmaatregelen verboden is.
De vraag die hier echter aan de orde is, is of de verspreiding van persartikels, die noodzakelijkerwijze persoonsgegevens bevatten, via archieven op een website van een uitgever, een verwerking voor journalistieke doeleinden uitmaakt of niet. Indien die vraag positief dient te worden beantwoord, ontsnapt deze verwerking immers aan het verbod zoals voorzien in artikel 8 en dienen uitgevers niet in te gaan op het verzoek om de artikels te verwijderen aangezien artikel 12 evenmin van toepassing is.
De Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel heeft zich begin oktober een eerste keer over deze problematiek uitgesproken. De rechter verwijst naar de parlementaire werkzaamheden van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de recente rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om de draagwijdte van de uitzondering van de verwerking voor journalistieke doeleinden te bepalen. Zo is het Hof van Justitie van mening dat archieven een belangrijke bron vormen voor het onderwijs en historisch onderzoek, en zeker deze die onmiddellijk en gratis toegankelijk worden gesteld aan het publiek. Hoewel de pers als voornaamste functie de rol van waakhond dient te spelen in een democratische samenleving, is de accessoire functie die ze vervult met het opbouwen van archieven en de terbeschikkingstelling ervan aan het publiek evenzeer van belang. De journalistieke activiteit beperkt zich niet tot het rapporteren over de actualiteit, maar draagt via het verspreiden van de informatie, ideeën, meningen en meer bepaald deze opgenomen in de archieven, bij tot het voeden van het publiek debat. Het komt er dus op aan de verspreiding van archieven van een krant niet uit te sluiten van de journalistieke  activiteiten.
De rechtbank is van oordeel dat deze activiteit niet onder het verbod van artikel 8 valt en dat de uitgever in kwestie evenmin gehouden is tot de verplichtingen voortvloeiend uit artikel 10 en 12, zijnde het recht op toegang en het recht op verbetering.
Ten subsidiaire titel werd door de persoon in kwestie nog ingeroepen dat deze uitzondering voor journalistieke doeleinden enkel voor een bepaalde termijn zou kunnen worden toegepast. De wetgever heeft voor wat betreft de verwerking voor journalistieke doeleinden echter geen periode bepaald waarna elke verspreiding van informatie op een anonieme wijze zou dienen te gebeuren. Bijgevolg kan artikel 4 §1, 5° van de Wet Verwerking Persoonsgegevens, dat bepaalt dat persoonsgegevens in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkene te identificeren, niet langer dienen te worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt, noodzakelijk is, niet tot gevolg hebben dat aan uitgevers de verplichting zou worden opgelegd op continue wijze persoonsgegevens in hun archieven te anonimiseren.
Uitgevers hoeven dus niet het kleinste element uit hun archiefdatabanken te wijzigen. Deze rechtelijke beslissing getuigt van gezond verstand door noch het voortbestaan van archieven in het gedrang te brengen, noch de vervalsing van de geschiedenis in de hand te werken.

Weldra btw-nulatarief voor digitale kranten?

Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Sinds 1971 genieten kranten en periodieke publicaties met een algemene informatieve strekking die ten minste achtenveertig maal per jaar verschijnen van een btw-nultarief.
De toepassingsvoorwaarden van dit btw-nultarief worden toegelicht in aanschrijving nr. 82 van 15 december 1970, gewijzigd door aanschrijving nr. 21 van 30 september 1993. Deze voorwaarden hebben betrekking op de aard van de verspreide informatie en de periodiciteit van de uitgave. Geen van beide btw-aanschrijvingen spreekt over het medium waarmee de informatie moet worden verspreid.
Minister van Financiën Vanackere heeft dan ook een brief overgemaakt aan Europees Commissaris Semeta, bevoegd voor fiscaliteit, waarin hij zijn voornemen heeft bekendgemaakt om het bestaande btw-nultarief niet enkel toe te passen op gedrukte kranten, maar ook op hun digitale versie. Daarbij gaat het niet over websites, maar over exacte replica’s van kranten die de lezer op zijn computer, iPad of andere toestellen raadpleegt.
Minister Vanackere stelt dat de toepassing van het nultarief op digitale versie van printmedia een verduidelijking van de bestaande regeling is. In een technologieneutrale benadering staat de informatie immers los van het medium waarmee ze wordt verspreid. Het blijft in essentie gaan om de verspreiding van informatie die voor een groot publiek bestemd is, die door het auteursecht is beschermd en voor de lezer gepaard gaat met de specifieke beleving van het lezen van een krant. Het is logisch dat in een concurrentiële omgeving gelijkaardige goederen en diensten onder eenzelfde fiscaal regime vallen.
Deze verduidelijking van de bestaande regelgeving is een hart onder de riem voor de sector die, naast de impact van de economische crisis, ook te kampen heeft met een grondige verschuiving van de leesgewoonten. Vandaag leest nog één Belg op twee elke dag zijn gedrukte publicatie, maar steeds meer mensen kopen daarnaast hun krant in digitale vorm met een iPad of een ander toestel. Met dit initiatief neemt de minister een belangrijke belemmering weg voor innovatie in de perssector en biedt hij de sector een toekomst waarin uitgevers kunnen blijven inzetten op kwaliteit en nieuwe technologie in het belang van de lezer.
 

Vlaamse Nieuwsmedia lanceert nieuwsbrief rond overheidscommunicatie

31 oktober 2012

In samenwerking met de Vlaamse krantenuitgevers introduceert Vlaamse Nieuwsmedia een tweemaandelijkse nieuwsbrief op maat van professionals overheidscommunicatie. Inschrijven kan via info@vlaamsenieuwsmedia.be
Lees hier de eerste nieuwsbrief van november 2012.

Perssector blij met digitaal BTW-nultarief

11 oktober 2012

PERSBERICHT – Brussel, 11/10/2012

Uitgevers verwelkomen initiatief van minister Vanackere

De Belgische uitgevers van kranten en tijdschriften zijn blij met het initiatief van minister Vanackere om te verduidelijken dat het BTW-nultarief ook van toepassing is op digitale publicaties.
Deze verduidelijking van de bestaande regelgeving door Minster Vanackere is een hart onder de riem voor de sector die naast de impact van de economische crisis ook te kampen heeft met een grondige verschuiving van de leesgewoonten. Vandaag leest nog één Belg op twee elke dag zijn gedrukte publicatie, maar we merken dat steeds meer mensen daarnaast hun krant of tijdschrift in digitale vorm aankopen met een iPad of een andere toestel.
Het is volstrekt ondenkbaar om deze digitale lezers 21% meer te laten betalen, omdat ze de publicatie niet op papier lezen. Het zou de facto betekenen dat de uitgever de BTW op zich moet nemen, bovenop de extra investeringen in innovatie om de lezer te verrassen met de nieuwste digitale mogelijkheden.
Door dit initiatief neemt de minister een belangrijke belemmering weg voor innovatie in de perssector en biedt hij de sector een toekomst waarin uitgevers kunnen blijven inzetten op kwaliteit en nieuwe technologie in het belang van de lezer.
België speelt met deze verduidelijking en haar technologieneutrale benadering voor digitale replica trouwens een voortrekkersrol in Europa.
Dit zou de Europese Commissie moeten aanzetten om nog meer werk te maken van stevige garanties voor de toekomst van een kwalitatieve en onafhankelijke perssector.
De uitgevers van de geschreven pers kijken alvast uit naar de implementatie door de Minister en zijn administratie van deze verduidelijking in concrete regelgeving en hopen dit nultarief voor digitale publicaties zo snel mogelijk te mogen toepassen.
François le Hodey, voorzitter van Les Journaux Francophones Belges (JFB), reageert: “La neutralité de la TVA entre la presse papier et la presse numérique est essentielle pour promouvoir  la liberté d’expression et la société de la connaissance. Réussir la transition numérique est un enjeu et un défi majeur pour nos sociétés démocratiques.”
Rudy Bertels, Managing Director van Persgroep Publishing, zegt: “Grote begunstigde van de beslissing om de BTW-voet voor de digitale krant op het niveau te brengen van de papieren krant is de journalistiek. Deze maatregel zal de uitgevers toelaten hun afhankelijkheid van het onder druk staande “papieren” business model te verkleinen en hen toelaten verder te blijven investeren in kwaliteitsvolle berichtgeving.”
Luc Missorten, CEO bij Corelio, meent: “Wij zijn verheugd dat één van de belangrijkste drempels naar een gezonder business model voor de verkoop van digitale redactionele bijdragen, weggewerkt wordt. Een gelijk BTW-tarief zal ons ongetwijfeld helpen om de noodzakelijke omslag van een papieren naar een multimediaal uitgever te maken. Het initiatief van de minister betekent voor Corelio tevens een stimulans om vanuit onze digitale voortrekkersrol nieuwe innovaties te lanceren die de krantenervaring vertalen naar het scherm van de tablet.”
“Minister Vanackere neemt hiermee een belangrijk obstakel weg voor de verdere succesvolle digitalisering van de pers. Onze lezers kiezen zelf via welke drager ze hun krant het liefst consulteren. En die keuze mag uiteraard fiscaal niet gepenaliseerd worden,” zegt ook Dirk Velghe, algemeen directeur van Mediafin.

Nederlandse rechtspraak: hyperlink in specifieke omstandigheden auteursrechtelijke inbreuk

3 oktober 2012

Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
De Rechtbank van Amsterdam oordeelde op 12 september 2012 voor het eerst in de Nederlandse rechtspraak dat een hyperlink in bepaalde specifieke omstandigheden een auteursrechtelijke inbreuk oplevert.
Geenstijl publiceerde op 27 oktober 2011 op haar website een artikel over het uitlekken van Playboy foto’s met een hyperlink naar een bestand op een Australische website Filefactory.com waar de bewuste foto’s op konden worden teruggevonden. De fotoreportage verscheen pas in de Playboy publicatie van december 2011.
Om na te gaan of het handelen van Geenstijl als een auteursrechtelijke relevante mededeling moet worden beschouwd, moet het begrip mededeling worden uitgelegd in overeenstemming met het begrip mededeling aan het publiek uit de Richtlijn 2001/29 Informatiemaatschappij. Volgens overweging 23 van deze richtlijn dient een ruime betekenis te worden gegeven aan dit begrip. Het omvat elke mededeling die aan een  niet op de plaats van oorsprong van de mededeling aanwezig publiek wordt gedaan. Volgens recente rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. SCF en Phonographic Performance van 15 maart 2012) dient rekening te worden gehouden met de omstandigheden van het geval waarbij een aantal criteria een rol spelen. Van belang is in het bijzonder of er sprake is van een interventie, een (nieuw) publiek en een winstoogmerk.
De rechtbank van Amsterdam stelt dat het plaatsen van een hyperlink in beginsel geen zelfstandige mededeling uitmaakt omdat de feitelijke terbeschikkingstelling aan het publiek plaatsvindt op de website waar de hyperlink naar verwijst.  In casu werd het bestand echter pas toegankelijk en vindbaar op het moment dat Geenstijl de link plaatste. Filefactory fungeert als een soort back-up voor bestanden dat zelf geen zoekfunctie aanbiedt en evenmin wordt geïndexeerd door Google. Gezien Geenstijl met volledige kennis van de gevolgen de link naar de foto’s heeft geplaatst, terwijl de fotoreportage daarvoor slechts voor een onbeduidend aantal personen vindbaar en toegankelijk was, is er volgens de rechtbank sprake van een interventie waarmee aan het publiek toegang werd verleend tot de fotoreportage.
Volgens de rechtbank werd door deze interventie een ander publiek bereikt dan hetgeen de rechthebbende voor ogen had toen deze toestemming verleend voor openbaarmaking van de fotoreportage. Er was immers nog geen, hooguit een zeer klein, publiek dat kennis had genomen van de fotoreportage. Door het plaatsen van de hyperlink kon een vrij grote en onbetaalde kring van personen (gemiddeld 230.000 bezoekers per dag) kennis nemen van de fotoreportage.
Tevens is er volgens de rechtbank sprake van een winstoogmerk. GeenStijl heeft de link onmiskenbaar geplaatst met de bedoeling bezoekers naar de website te trekken en heeft aldus profijt getrokken uit het toegankelijk maken van de fotoreportage.
Het volledige vonnis vindt u hier.


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.