Persuitgevers begunstigden onder artikel 17 (value gap) van de Richtlijn Auteursrechten
10 juni 2021
7 juni 2021 was de deadline voor de lidstaten om de Richtlijn Auteursrechten om te zetten in nationale wetgeving. Slechts vier lidstaten zijn er in geslaagd de richtlijn tijdig om te zetten.
Dat de Europese Commissie slechts luttele dagen voor deze deadline haar richtsnoeren over artikel 17 bekendgemaakt heeft, helpt natuurlijk niet. Deze richtsnoeren moeten de lidstaten namelijk helpen bij de interpretatie van een belangrijke bepaling op grond waarvan de culturele en creatieve sector vergoedingen kan claimen aan platformen voor het delen van hun content.
Deze richtsnoeren sluiten niet uit dat persuitgevers kunnen genieten van de licentiemogelijkheden die artikel 17 biedt. De Europese Commissie herinnert er in de richtsnoeren ook aan dat artikel 17 tot doel heeft de ontwikkeling van de licentiemarkt te bevorderen.
Lidstaten kunnen dus van hun discretionaire bevoegdheid gebruikmaken om persuitgevers op te nemen als begunstigden onder artikel 17. Frankrijk, Duitsland en Denemarken hebben dit terecht gedaan.
De tekst van artikel 17 van de Richtlijn laat het immers toe persuitgevers op te nemen onder de rechthebbenden. In artikel 17, 1, § 1, wordt immers verwezen naar het verlenen van toegang aan het publiek tot “auteursrechtelijk beschermde werken of andere beschermde materialen die die door de gebruikers ervan zijn geüpload”. Deze andere materialen verwijst naar materie die beschermd wordt door andere rechten dan het auteursrecht, zoals naburige rechten.
Evenzo voorziet artikel 17, lid 1, tweede alinea, in de verplichting toestemming te verkrijgen “van de in artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn bedoelde rechthebbenden”. Via artikel 15 van de Richtlijn zijn persuitgevers de facto houders geworden van een recht om hun content ter beschikking te stellen van het publiek als houders van een naburig recht. Zij zijn dus houders van een recht zoals bedoeld in artikel 3 van de Richtlijn.
Bovendien volgt dit uit de interne logica van de Richtlijn, die een naburig recht toekent aan persuitgevers, zodat het niet meer dan logisch is dat deze rechthebbenden dezelfde rechten genieten als andere houders van een naburig recht en dus onder artikel 17 vallen.
Vlaamse Nieuwsmedia roept België dan ook op om, in navolging van Frankrijk, Duitsland en Denemarken, gebruik te maken van de discretionaire bevoegdheid die haar krachtens de richtlijn toekomt om persuitgevers op te nemen als begunstigden onder artikel 17.
Nieuw uitgeversrecht goedgekeurd in Duitsland
7 juni 2021
Het Duitse Parlement heeft de omzetting van de Richtlijn Auteursrechten goedgekeurd. De bestaande wet inzake auteursrechten en naburige rechten wordt aangepast aan de richtlijn. In tegenstelling tot andere landen, gebruikt Duitsland een combinatie van copyright wetgeving en mededingingsrecht wat ervoor moet zorgen dat platformen geen oneerlijke voorwaarden voor het uploaden van content opstellen.
De wetgeving stelt onder meer in het kader van de omzetting van artikel 17 (value gap) nieuwe uitzonderingen vast tot het beschermen van perspublicaties:
- Het gebruik van een film- of audiofragment wordt vastgelegd op 15 seconden;
- Er mogen max. 160 tekens gebruik worden van een artikel;
- Er mogen afbeeldingen gebruikt worden van max. 125 kB.
Daarnaast is de reproductie, distributie en openbare reproductie van een werk toegelaten indien het citaten, karikaturen, parodieën en pastiches betreft.
De Richtlijn Auteursrechten stelt ook dat er een passende vergoeding moet betaald worden aan de rechthebbenden. De Duitse wet stelt dat geen afstand kan worden gedaan van de vordering tot vergoeding en dat dit enkel kan worden overgedragen aan een beheersvennootschap. Wanneer de auteur zijn rechten heeft overgedragen aan een uitgever, dient de uitgever op passende wijze worden betrokken bij de wettelijke vergoedingsclaims. Deze kunnen enkel worden ingediend via gemeenschappelijke beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers.
De wet stelt dat zowel de auteur als de eigenaar van de rechten op ander materiaal, een passend deel moet krijgen, dat minstens een derde van de inkomsten van de persuitgever moet bedragen. Hiervan kan alleen afgeweken worden op basis van een gemeenschappelijke beloningsregel of een collectieve overeenkomst. Er werd beslist geen forfaitair bedrag vast te leggen aangezien de vergoeding anders te gering kan worden omvat binnen de wettelijke beschermingsperiode van het contract, maar eveneens omdat de verwachte inkomsten niet correct kunnen worden verzekerd.
Er werd ook een arbitragemechanisme in de wet voorzien. Indien binnen de drie maanden geen akkoord wordt bereikt, kan de Minister van Justitie een onderhandelingspartner aanwijzen om te onderhandelen over een gemeenschappelijke vergoedingsregel. Daarnaast blijft ook de arbitragecommissie bestaan, namelijk wanneer er een oneerlijke compensatie wordt gegeven, kan men dit betwisten voor de commissie die dan een voorstel van eerlijke vergoeding kunnen doen.
De inwerkingtreding van de wet is gedeeltelijk voorzien op 7 juni 2021; al is er voor bepaalde wijzigingen een langere termijn voorzien tot 1 augustus 2021.
Hof van Beroep In Frankrijk bevestigt de prejudiciële beslissing van de mededingingsautoriteit
8 oktober 2020
Het Hof van Beroep in Parijs heeft op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in de zaak van de Franse persuitgevers (Alliance) tegen Google.
Het Hof bevestigt de prejudiciële beslissing van de mededingingsautoriteit. Het Hof heeft als volgt geoordeeld:
- Het Hof verwerpt het argument van Google dat de Franse wet in strijd is met de richtlijn;
- Het Hof stelt tevens vast dat er sprake is van vermoedelijk concurrentieverstorend gedrag, wat de voorlopige noodmaatregelen rechtvaardigt;
- Het Hof is het met de mededingingsautoriteit eens dat de inbreuk voldoende gekarakteriseerd en ernstig is om de duurzaamheid van de perssector en de digitale omschakeling ervan aan te tasten. De urgentie van de situatie rechtvaardigde het optreden van de mededingingsautoriteit;
- Ten slotte achtte het Hof de voorlopige maatregelen noodzakelijk en evenredig.
Op de vooravond van deze beslissing kondigde Google aan dicht bij een akkoord te staan Alliance. Google en Alliance zitten intussen al een jaar rond de tafel aangaande een mogelijke vergoeding voor het uitgeversrecht in het kader van de Franse wet. Deze besprekingen zouden de laatste weken positief geëvolueerd zijn. Het aanbod van Google zou niet alleen het uitgeversrecht dekken, maar ook de deelname van de Franse uitgevers aan News Showcase, een nieuw product dat Google recent heeft gelanceerd.
Franse Mededingingsautoriteit verplicht Google te onderhanden met uitgevers
9 april 2020
Op 24 juli 2019 werd in Frankrijk de wet gepubliceerd die het uitgeversrecht uit de Europese Richtlijn Auteursrechten omzette in nationale wetgeving. Deze Franse omzetting van het uitgeversrecht is in werking getreden op 24 oktober 2019. Op 25 september 2019 kondigde Google een reeks wijzigingen aan in de manier waarop het in zijn zoekmachine om zou gaan met zoekresultaten voor perspublicaties. Zo ging Google vanaf 24 oktober 2019 alleen nog de titel en de hyperlink naar de content van de Franse persuitgevers weergeven, tenzij door de uitgever werd aangegeven dat ook een snippet (lengte te bepalen door de uitgever) en de foto mag worden weergegeven. Om de normale preview in de zoekresultaten te behouden, diende de uitgever dus een uitdrukkelijk verzoek in te dienen via nieuwe door Google opgelegde weergave-instellingen. De uitgever geeft op deze manier toestemming (zonder vergoeding).
De Franse uitgevers hebben de gedraging van Google aangevochten en in november 2019 een klacht ingediend bij de Franse Mededingingsautoriteit wegens misbruik van machtspositie. Uitgevers die economisch afhankelijk zijn van Google kunnen niet zonder Google voor de verspreiding van hun content. Google, dat zich in een quasi-monopoliepositie bevindt, maakt dus misbruik van haar machtspositie door uitgevers die geen andere keuze hebben, en dus bijna gedwongen zijn hun vergoeding op te geven om de zekere en onmiddellijke economische impact te vermijden, onevenwichtige voorwaarden op te leggen.
De Franse Mededingingsautoriteit heeft op 9 april 2020 in de Google-zaak een tussenoordeel geveld in het voordeel van de uitgevers.
De Autoriteit heeft dringende voorlopige maatregelen bevolen om uitgevers te beschermen die als gevolg van het gedrag van Google financieel geïmpacteerd worden. De maatregelen verplichten Google ertoe echte onderhandelingen op te starten met uitgevers voor de vergoeding van hun content. Tijdens de onderhandelingen moet Google de content (video’s, uittreksels, foto’s) blijven weergeven en Google moet elke maand aan de Autoriteit verslag uitbrengen over de voortgang van de onderhandelingen. De maatregelen gelden tot de publicatie van de beslissing van de Franse Mededingingsautoriteit over de grond van de zaak.
De Franse Mededingingsautoriteit baseert zich hiervoor op volgende gronden:
- Opleggen van oneerlijke transactievoorwaarden: Google kan misbruik hebben gemaakt van zijn machtspositie (90% voor search in 2019) door oneerlijke transactievoorwaarden voor te stellen die elke vorm van onderhandeling en/of vergoeding onmogelijk maakte;
- Omzeilen van de wet: De keuze om niet te betalen voor content is onverenigbaar met de geest en het doel van de regelgeving. Met andere woorden, Google heeft te veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de regelgeving biedt om bepaalde soorten content vrijelijk weer te geven;
- Discriminatie: het toepassen van dezelfde voorwaarden (geen vergoeding) op alle persuitgevers, ongeacht hun situatie en de waarde van de content, kan discriminatie inhouden aangezien Google economische actoren gelijk heeft behandeld in verschillende situaties zonder enige rechtvaardigheidsgrond.
Deze praktijken kunnen een misbruik van dominante machtspositie inhouden, aldus de Franse Mededingingsautoriteit.
Deze maatregelen zijn voorlopig. Ze zijn bedoeld uitgevers te beschermen tegen de gevolgen van een mogelijk concurrentiebeperkend gedrag. De Autoriteit zal verder onderzoek verrichten om na te gaan of Google het mededingingsrecht heeft geschonden. Voor een beslissing ten gronde is het dus nog afwachten.
Google kan beroep aantekenen tegen deze beslissing.
De volledige beslissing is hier terug te vinden.
Uitgevers opnieuw vergoedingsgerechtigd onder de privékopie uitzondering
25 april 2019
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de goedkeuring door de Kamer in plenaire zitting van 25 april 2019 van het wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie dat op 26 maart 2019 werd goedgekeurd in de Commissie Bedrijfsleven.
Door uitgevers van literaire en fotografische werken opnieuw op te nemen als begunstigden in de privékopie wordt een einde gemaakt aan de onterechte uitsluiting van de uitgevers als vergoedingsgerechtigde onder de privékopie uitzondering.
Net als auteurs ondervinden uitgevers immers nadelige gevolgen van het kopiëren van hun uitgaven. Het zijn de uitgevers die het initiatief nemen en het risico dragen van belangrijke investeringen. Elke kopie doet afbreuk doet aan deze gemaakte investeringen. Via een vergoedingsrecht kan het nadeel worden gecompenseerd dat hierdoor wordt berokkend aan de door de uitgever geleverde investeringen. Net zoals dit al jaar en dag het geval is voor de producenten van geluids- en audiovisuele werken. Het is ondenkbaar dat voor eenzelfde statuut (van uitgever of producent) een verschil in behandeling of erkenning van een recht bestaat afhankelijk van het soort werk dat wordt uitgegeven of geproduceerd.
Echter, sinds begin 2017 werd dergelijke vergoeding voor de uitgevers, in tegenstelling tot de reprografie, niet meer voorzien in de privékopie. De verschillende behandeling werd als volgt gerechtvaardigd in de memorie van toelichting: Gelet op het gegeven dat het een (beperkt) eigen recht betreft dat niet bestaat onder internationale verdragen, noch onder EU-recht, werd het wijs geacht om dit niet uit te breiden naar situaties zoals onder de privékopie. Het instellen van een dergelijk eigen recht zou namelijk kunnen stoten op de EU-regels betreffende het vrij verkeer van goederen (artikel 34 van het Verdrag betreffende de werking van de EU: verbod op maatregelen met gelijke werking als kwantitatieve beperkingen, en zou moeilijk gerechtvaardigd kunnen worden onder de afwijking op dit verbod zoals vervat onder artikel 36 van datzelfde verdrag)
Het Hof van Beroep te Brussel heeft in een arrest van 12 mei 2017 bovenstaande rechtvaardiging van tafel geveegd door duidelijk te stellen dat het toekennen van een compensatie aan uitgevers geen maatregel is met gelijke werking als kwantitatieve beperkingen. De huidige uitsluiting heeft bijgevolg geen enkele juridische grondslag.
Vlaamse Nieuwsmedia is dan ook verheugd dat de Kamer wetsvoorstel heeft aangenomen dat voorziet in de herinvoering van de uitgevers als begunstigden in de privékopie. Op die manier komt er een einde aan de huidige onterechte uitsluiting – zonder juridische grondslag – die een ware discriminatie van de uitgevers ten opzichte van de andere begunstigden vormt.
De wet treedt in werking uiterlijk op 1 september 2019.
Vlaamse Nieuwsmedia juicht goedkeuring door het Europees Parlement van de Copyright Richtlijn toe
26 maart 2019
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de goedkeuring vandaag door het Europees Parlement van de Copyright Richtlijn. Deze hervorming is cruciaal voor de toekomst van een onafhankelijke perssector en een fair digitaal ecosysteem.
De Europese parlementsleden hebben vandaag dan ook gestemd voor een duurzame toekomst van de onafhankelijke pers, voor professionele journalistiek, voor een bloeiende digitale economie en voor een fair ecosysteem.
Uitgevers bereiken meer lezers dan ooit en investeren hiervoor drastisch in nieuwe business modellen, aangepast aan de digitale realiteit. Uitgevers beschikken echter niet over een instrument om deze investeringen op een afdoende wijze te kunnen beschermen. Uitgevers kunnen niet eeuwig blijven investeren in content die door derde partijen systematisch wordt hergebruikt zonder dat er hiervoor een vergoeding tegenover staat.
Vandaar dat er een aanpassing van het juridisch kader zich opdringt en de invoering van een uitgeversrecht noodzakelijk is. Want het gebrek aan dergelijk kader vandaag de dag speelt in het voordeel van derde partijen die freeriden op deze content en gaat ten koste van een kwaliteitsvolle onafhankelijke pers.
Artikel 11 is een duidelijke juridische erkenning die tot gevolg moet hebben dat de belangrijke positie die uitgevers innemen in het ecosysteem naar waarde wordt geschat. Een uitgeversrecht in de vorm van een naburig recht is de enige rechtsfiguur die uitgevers kan erkennen als rechthebbenden en zodoende hun positie zal versterken ten opzichte van derden en hen zal toelaten hun content te exploiteren en efficiënter op te treden tegen derden-inbreukmakers. Het is de enige rechtsfiguur die effectief de onderhandelingspositie van uitgevers kan versterken, hetgeen broodnodig is om o.a. de onderhandelingen met de mondiale technologie spelers te kunnen aangaan.
Het uitgeversrecht is niet meer of minder wat vandaag de dag al jaren bestaat voor andere content producenten. Audiovisuele producenten genieten reeds jaren een eigen naburig recht voor de content die zij produceren, wat hen, dankzij de investeringen die zij gedaan hebben, toelaat zelfstandig hun content te exploiteren. Persuitgevers investeren evenzeer in hun content en dragen hiervoor evenzeer de risico’s zonder dat daar een eigen recht tegenover staat. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan.
Vlaamse Nieuwsmedia is dan ook verheugd dat deze realiteit werd erkend en dat de Europese instellingen tot een evenwichtige en afdwingbare oplossing zijn gekomen om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt het akkoord dat in het kader van de hervorming van het auteursrecht in de trialoog is bereikt
14 februari 2019
Uitgevers bereiken meer lezers dan ooit en investeren hiervoor drastisch in nieuwe business modellen, aangepast aan de digitale realiteit. Uitgevers beschikken echter niet over een instrument om deze investeringen op een afdoende wijze te kunnen beschermen. Uitgevers kunnen niet eeuwig blijven investeren in content die door derde partijen systematisch wordt hergebruikt zonder dat er hiervoor een vergoeding tegenover staat.
Vandaar dat er een aanpassing van het juridisch kader zich opdringt en de invoering van een uitgeversrecht noodzakelijk is. Want het gebrek aan dergelijk kader vandaag de dag speelt in het voordeel van derde partijen die freeriden op deze content en gaat ten koste van een kwaliteitsvolle onafhankelijke pers.
Artikel 11 is een duidelijke juridische erkenning die tot gevolg moet hebben dat de belangrijke positie die uitgevers innemen in het ecosysteem naar waarde wordt geschat. Een uitgeversrecht in de vorm van een naburig recht is de enige rechtsfiguur die uitgevers kan erkennen als rechthebbenden en zodoende hun positie zal versterken ten opzichte van derden en hen zal toelaten hun content te exploiteren en efficiënter op te treden tegen derden-inbreukmakers. Het is de enige rechtsfiguur die effectief de onderhandelingspositie van uitgevers kan versterken, hetgeen broodnodig is om o.a. de onderhandelingen met de mondiale technologie spelers te kunnen aangaan.
Het uitgeversrecht is niet meer of minder wat vandaag de dag al jaren bestaat voor andere content producenten. Audiovisuele producenten genieten reeds jaren een eigen naburig recht voor de content die zij produceren, wat hen, dankzij de investeringen die zij gedaan hebben, toelaat zelfstandig hun content te exploiteren. Persuitgevers investeren evenzeer in hun content en dragen hiervoor evenzeer de risico’s zonder dat daar een eigen recht tegenover staat. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan.
Vlaamse Nieuwsmedia is dan ook verheugd dat de Europese instellingen deze realiteit erkennen en tot een evenwichtige en afdwingbare oplossing zijn gekomen om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
De overeengekomen tekst moet nu formeel worden bevestigd door het Europees Parlement en de Raad. Zodra de nieuwe regels zijn bevestigd en in het Publicatieblad van de EU zijn bekendgemaakt, hebben de lidstaten 24 maanden de tijd om ze in nationale wetgeving om te zetten.
Vlaamse Nieuwsmedia juicht akkoord in de Raad inzake de Copyright Richtlijn toe
11 februari 2019
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de beslissing van de lidstaten om vooruit te gaan met de door de Europese Commissie voorgestelde hervorming van de Copyright Richtlijn. De goedkeuring van een nieuw mandaat door de Coreper afgelopen vrijdag was noodzakelijk opdat de laatste onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europees Parlement van start kunnen gaan.
Hoewel de tekst zoals die werd goedgekeurd op 8 februari 2019 een stap in de goede richting is – aangezien hij een verbetering inhoudt van de formulering van het vorige mandaat – zal hij nog steeds leiden tot aanzienlijke rechtsonzekerheid voor persuitgevers, aangezien het gebruik van hun content door aggregatoren en zoekmachines niet voldoende duidelijk wordt beschermd, wat tenslotte de bedoeling van dit recht is. Het Europees Parlement stelt in zijn benadering van artikel 11 (het recht van de persuitgever) – die door veel lidstaten in de Coreper werd gesteund of flexibel werd toegepast – een evenwichtige en afdwingbare oplossing voor om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
De trialoog, die vanavond van start gaat, is een unieke gelegenheid om het juiste evenwicht te vinden voor het online-ecosysteem door de huidige regelgeving inzake copyright aan te passen aan de technologische revolutie. To be continued!
PERSBERICHT: Europees Parlement stemt voor het veiligstellen van de toekomst van journalistiek in Europa
12 september 2018
Vandaag heeft het Europees Parlement in Straatsburg een verslag over auteursrecht aangenomen dat zal bijdragen tot een duurzamere en digitale toekomst voor de Europese nieuwsmedia-industrie. Met de goedkeuring van een naburig recht voor persuitgevers erkent het Parlement de waarde van professionele journalistiek en geeft het persuitgevers een sterkere juridische basis voor de bescherming van hun investeringen in originele en creatieve content.
“We hebben het uitgeversrecht nodig om de honderdduizenden jobs in de Europese nieuwsmediasector te beschermen en in het bijzonder voor de bescherming van de toekomst van de professionele journalistiek en haar rol om het democratische debat te faciliteren”, aldus Wout van Wijk, uitvoerend directeur van News Media Europe.
Vlaamse Nieuwsmedia is verheugd dat het Europees parlement heeft gestemd voor een eerlijk en werkbaar digitaal ecosysteem. Het uitgeversrecht is belangrijk omdat het:
- honderdduizenden jobs in de Europese uitgeverijsector beschermt en bijdraagt tot het afremmen van het alarmerende aantal afvloeiingen onder journalisten dat elk jaar toeneemt
- ertoe bijdraagt dat het onaanvaardbaar wordt om perspublicaties online zonder toestemming te kopiëren en monetiseren, zoals het altijd het geval geweest is offline
- bijdraagt aan het in stand houden van een zeer diverse pers die onze Europese cultuur en talen bevordert
- uitgevers stimuleert om consumenten te blijven voorzien van kwaliteitsvolle, gefactcheckte content op het internet
- innovatie en start-ups aanmoedigt
Het door het Europese Parlement gestemde uitgeversrecht:
- geeft uitgevers eindelijk de juridische erkenning die ze verdienen en die muziek- en filmproducenten en omroepen reeds jaren genieten. Er is geen enkele reden om uitgevers niet dezelfde rechten toe te kennen.
- tast het recht van individuen om hyperlinks te delen niet aan;
- geeft journalisten recht op een billijk aandeel van de inkomsten gegenereerd door licenties die uitgevers afsluiten met o.a. platforms;
De goedkeuring van het verslag van het Parlement over het auteursrecht is een belangrijke stap in de herziening van de Europese auteursrechtwetgeving. Het eindresultaat op basis van de trialoog tussen het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie wordt tegen het einde van het jaar verwacht.
Groot-Bijgaarden, 12 september 2018
Het Europees Parlement zwicht voor de druk van Silicon Valley en brengt de eigen Europese creatieve industrieën in gevaar
6 juli 2018
Het Europese Parlement in Straatsburg stemde op 5 juli 2018 het JURI-verslag terug naar de tekentafel waardoor een betere bescherming van de investeringen van de uitgevers in het digitale tijdperk in gevaar komt. Artikel 11 zou voor nieuwsuitgevers een belangrijke stap zijn in het streven naar een beter level playing field met online-platforms, zoals Google en Facebook.
De stemming laat zien dat de leden van het Europees Parlement geen vertrouwen hebben in de mening van hun deskundige collega’s die zich de afgelopen twee jaar over dit voorstel van richtlijn hebben gebogen. De stemming laat zien dat de leden van het Europees Parlement gezwicht zijn voor de agressieve – en zelfs misleidende – anti-auteursrecht campagne van activisten en internetgiganten. Zij bestookten de leden van het Europees Parlement in de aanloop van plenaire stemming met meer dan 35.000 e-mails.
Vlaamse Nieuwsmedia betreurt dat het Europees Parlement niet gestemd heeft voor een eerlijk en werkbaar digitaal ecosysteem ten voordele van consumenten, platforms, uitgevers en iedereen die deel uitmaakt van het internet. Om competitief te blijven moeten uitgevers efficiënt en winstgevend kunnen concurreren op alle platformen, wat duidelijke door de markt erkende rechten vereist. Het huidige gebrek aan duidelijkheid komt alleen maar derde partijen ten goede die freeriden op de investeringen van nieuwsuitgevers.
De Europese parlementsleden zullen de tekst zoals goedgekeurd door de JURI-Commissie nu amenderen en ter bespreking voorleggen in de plenaire vergadering van september.