Zowel Europa als België nemen initiatieven inzake de bestrijding van desinformatie
24 juli 2018
1) Europees niveau
De blootstelling van grootschalige desinformatie aan burgers is een omvangrijke uitdaging voor Europa. Om dit maatschappelijk vraagstuk aan te pakken heeft de Europese Commissie op 26 april 2018 een mededeling inzake het aanpakken van online desinformatie bekendgemaakt. Teneinde de transparantie van online platformen te verbeteren, heeft de Europese Commissie het initiatief gelanceerd om een multi-stakeholder forum te organiseren en in de zomer van 2018 een Europese Code of Pratice inzake desinformatie op te stellen. Aangezien de verspreiding van desinformatie via verschillende informatiekanalen gebeurt en gevolgen heeft voor een zeer breed segment van actoren in het ecosysteem, hebben alle betrokken spelers een rol en verantwoordelijkheid bij de bestrijding van desinformatie en dienen zij zich ertoe te verbinden om hun inspanningen te bundelen en te versterken.
Een werkgroep van het multi–stakeholder forum, dat bestaat uit vertegenwoordigers van platformen, vooraanstaande sociale netwerken en adverteerders heeft de opdracht van de Europese Commissie gekregen om een Code of Practice op te stellen. Deze eerste stap is gebaseerd op de aanbevelingen van de High Level Expert Group die op 12 januari 2018 door de Europese Commissie werd samengesteld en die een alternatieve samenwerkingsaanpak met verschillende stakeholders heeft voorgesteld waarbij repressief wetgevende maatregelen in een eerste fase dienen te worden vermeden.
De eerste draftversie van de Code of Practice is verschenen op 17 juli 2018 en bestaat uit volgende aanbevelingen:
- het verbeteren van de controle op advertenties teneinde verspreiders van desinformatie te demonetiseren;
- transparantie van politieke en thematische advertenties waarborgen, zodat gebruikers gesponsorde content kunnen identificeren;
- de integriteit van de diensten van platforms waarborgen, onder meer door valse accounts te identificeren en af te sluiten en passende mechanismen te gebruiken om botgestuurde interacties te signaleren;
- het voor gebruikers gemakkelijker maken om verschillende nieuwsbronnen te ontdekken die alternatieve perspectieven aanbieden en er toegang tot te krijgen;
- De onderzoeksgemeenschap mondiger maken door toegang te verlenen tot de gegevens van platformen die noodzakelijk zijn om voortdurend online desinformatie te monitoren.
Een Sounding Board van het multi-stakeholder forum dient deze zomer feedback te geven op voornoemde Code of Practice en aanbevelingen tot verbetering te formuleren zodat eind september 2018 de finale versie van de Code of Practice kan worden opgesteld. De Sounding Board bestaat uit vertegenwoordigers van verenigingen uit de mediasector, maatschappelijke organisaties, fact-checking-organisaties en academici. De Sounding Board heeft al aangegeven deze eerste versie te willen verfijnen door concrete verbintenissen op te leggen en duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot welke meetbare verbeteringen door welke partij zal worden doorgevoerd.
2) Belgisch niveau
Ook op nationaal vlak worden er inspanningen geleverd om de problematiek van desinformatie te bestrijden. Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo lanceerde begin mei de #stopfakenews campagne. Om de Belgische aanpak vorm te geven, heeft de minister naar analogie van de Europese High Level Expert Group een expertengroep van academici en stakeholders samengesteld. Bedoeling is om op complementaire wijze de huidige Europese initiatieven aan te vullen. De expertengroep had als opdracht een reeks beleidsaanbevelingen te formuleren en concrete voorstellen uit te werken om online desinformatie te bestrijden. Naast deze expertengroep was er een brede burgerbevraging via de website stopfakenews.be waar iedereen voorstellen kon formuleren en voorstellen van andere kon beoordelen. Op 17 mei 2018 vond er bovendien een stakeholdersdebat plaats waarbij de minister in debat is gegaan met verschillende experten.
De boodschap van minister De Croo was reeds op voorhand duidelijk: er dienen oplossingen te komen voor de bestrijding van fake news, maar dit mag niet ten koste gaan van de vrijheid van meningsuiting. Er wordt hierbij gerefereerd naar reeds bestaande pogingen uit andere Europese landen zoals Frankrijk en Duitsland die fake news aan banden proberen te leggen door wetgevend op te treden. De taak van de overheid is echter om faciliterend te werk te gaan en de stakeholders de nodige tools te geven voor de bestrijding van fake news, maar censuur dient in elke democratie te worden vermeden.
De expertengroep bestaat uit 7 deelnemers en heeft op 18 juli 2018 haar advies overgemaakt aan minister De Croo. Net zoals de Europese Commissie is deze expertengroep van mening dat een repressief wetgevende beleidsaanpak geen oplossing zal bieden om desinformatie te bestrijden. De Belgische expertengroep kiest in eerste fase voor een overlegmodel waarbij alle pertinente stakeholders worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van deze maatschappelijke gedachtewisseling, waarbij als hoofddoel empowerment en transparantie ten aanzien van de burger wordt vooropgesteld.
In Het verslag van de Belgische expertengroep inzake fake news en desinformatie worden twee concrete aanbevelingen gedaan. Eerst een vooral dient een permanent overlegmodel tussen academici, ngo’s, media journalisten en online platformen te worden opgericht met 4 actielijnen: onderzoek, tools voor burgers, mediawijsheid en kwaliteitsjournalistiek. Hierbij dient er een constructieve samenwerking te worden opgebouwd met de platformen om georganiseerde desinformatiecampagnes zo vroeg mogelijk op te sporen en tegen te gaan. Ten tweede raadt de expertengroep aan deze samenwerkingsprojecten te testen in een Belgische proeftuin met de platformen. Hierbij kunnen best practices uit het buitenland worden geïmplementeerd. De expertengroep wil hier gericht focussen op de ontwikkeling van tools met betrekking tot de kwaliteit van bronnen, de ontwikkeling van een initiatief rond fact checking en tools ter bevordering van diversiteit, ontwikkeling van metadata voor onderzoekers rond de verspreiding van desinformatie en initiatieven inzake “algoritmewijsheid”. Vanwege de centrale ligging van België en de nabijheid van de Europese instellingen creëert dit een ideale voortrekkersrol voor België. Dit initiatief zou dan in overleg met andere federale en regionale bevoegde ministers worden gerealiseerd.
Minister De Croo organiseert debat fake news
29 mei 2018
Nadat enkele belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot fake news zich hebben voorgedaan op Europees vlak, zijn er ook vanuit Belgische hoek initiatieven ontstaan om de negatieve gevolgen van desinformatie tegen te gaan. Eerder maakte de Europese Commissie in een mededeling haar visie inzake het aanpakken van online desinformatie bekend. Kort daarna heeft ook Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo opdracht gegeven om een expertengroep samen te stellen met academici en stakeholders die tegen 25 juni 2018 aanbevelingen over fake news zullen overmaken aan de minister met oog op het bepalen van een Belgisch standpunt. De minister pleit daarbij voor een evenwicht tussen het beschermen van de vrijheid van meningsuiting enerzijds en maatregelen tegen desinformatie anderzijds. Bovendien loopt er tot 31 mei 2018 een burgerbevraging om tot concrete voorstellen te komen voor de bestrijding van fake news via de website www.stopfakenews.be waarbij iedereen voorstellen kan formuleren en voorstellen van anderen kan beoordelen door deze te liken of juist niet te liken. Tot slot was er op 17 mei een publiek debat met topexperts in BeCentral. Vragen die hierbij werden gesteld waren hoe we fake news dienen te bestrijden, of er regulering nodig is om dit fenomeen aan te pakken en dienen online platformen aan zelfcensuur te doen? Dit debat vormt een drieluik, samen met de publieke consultatie en de expertengroep over fake news.
In het debat met topexperts zetelden Alexander De Croo, Christian Van Thillo (CEO De Persgroep), Siada El Ramly (EU organisatie online platformen), Beatrice Delvaux (hoofdeditorialiste Le Soir) en Antoinette Rouvroy (Universiteit van Namen). Kortom een veelzijdig paneldebat met meningen uit verschillende invalshoeken.
Ter inleiding werden de gevaren van fake news voor een democratie besproken. Fake news is van alle tijden maar door zijn razendsnelle verspreiding, het gebruik van algoritmen en de problematiek om de bron te achterhalen, maakt dat fake news zoals deze zich vandaag manifesteert, gevaarlijker is dan ooit. In een democratie kan dit dan ook catastrofaal zijn als niemand hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld. Daarenboven schuilt er ook een gevaar voor de mediasector aangezien er geen duidelijk onderscheid meer is tussen kwaliteitsvolle journalistiek en artikels met een puur commercieel belang.
Al snel kwam het veelbesproken incident rond Cambridge Analytica ter sprake (Cambridge Analytica was een privaat Brits-Amerikaans databedrijf dat datamining, data-analyse en direct marketing bundelde met strategische communicatie voor verkiezingscampagnes. Het consultingbedrijf heeft ondertussen een faillissementsprocedure aangevraagd). Sinds maart 2018 is aan het licht gekomen dat de dataverwerker misbruik maakte van de gegevens van miljoenen Facebookgebruikers. Cambridge Analytica had persoonlijkheidstesten ontwikkeld om data van gebruikers uit het sociaal netwerk te halen en verkocht het aan bedrijven en politieke partijen, die daardoor gerichte advertenties op Facebook konden plaatsen. Zo wordt beweerd dat gerichte propaganda werd verstuurd naar aanloop van het referendum over de Brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. Het gebruik van persoonlijke data die wordt verzameld zonder toestemming van gebruikers (en zelfs van hun vrienden die geen gebruiker zijn) roept ethische vragen en bedenkingen rond privacy op.
Christian Van Thillo vindt het dan ook noodzakelijk dat er wetgeving komt die internetbedrijven zoals Google en Facebook verantwoordelijk, maakt voor de content die op hun platformen verschijnt. Zij aggregeren, cureren en publishen net zoals een uitgever waardoor zij geen zuiver technologisch bedrijf meer zijn maar hierdoor een redactionele verantwoordelijkheid hebben. “Dat de eigenaars van de mediaplatformen de dans ontspringen, is het grootste onrecht dat bestaat”, aldus Van Thillo.
Platformen zijn tot op vandaag niet aansprakelijk voor de inhoud dat wordt geplaatst, tenzij voor enkele uitzonderingsgevallen zoals vb. oproep tot geweld of rassenhaat. Van Thillo wil dat voor hen dezelfde wetten gelden als voor uitgevers.
Siada El Ramly, die de internetplatformen vertegenwoordigd, heeft hier een andere mening over. Zij werkt voor een koepelorganisatie met onder meer Facebook, Google en Twitter als leden. Volgens haar zijn de internetbedrijven wel degelijk verantwoordelijk voor wat gepubliceerd wordt en moeten ze zich houden aan de wetten in alle Europese lidstaten en zijn er bovendien ook strenge gedragscodes. Minister De Croo bevestigde dat de platformen inderdaad strafrechtelijke verantwoordelijkheid hebben. De aansprakelijkheid van journalistieke media gaat echter veel verder, want hier geldt ook de burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
Op de vraag of fake news dient te worden gereglementeerd, waren de meningen verdeeld. Het is echter wel duidelijk dat deze problematiek een gedeelde verantwoordelijkheid is van zowel de traditionele media, de regering, de platformen maar ook van de gebruikers zelf. Er dient vanuit de regering te worden ingezet op mediageletterdheid zodat de burgers kritisch kunnen redeneren en oordelen. Op deze manier kan fake news worden aangepakt waaruit iedereen voordeel haalt.
Ook het verslag van de Europese Commissie bevestigt dat 74% van de bevraagden van mening is dat lezers zich onvoldoende bewust zijn van de stappen die moeten worden genomen om de waarheidsgetrouwheid van nieuws te verifiëren tijdens het lezen en delen van online nieuws Bovendien is 71% van deze bevraagden voorstander voor een verdere investering in opleidingen en het bewustmaken van nieuwsverificatie door de gebruikers met het oog op het kritischer beoordelen en gebruiken van online informatie.