Home » Posts tagged "Richtlijn Auteursrechten"

Het Belgisch uitgeversrecht is een feit

16 juni 2022

Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de goedkeuring vandaag, 16 juni 2022, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers van de wet tot omzetting van de Europese richtlijn inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de zogenaamde DSM Richtlijn). De wet wordt nu ter bekrachtiging voorgelegd aan de Koning.

De Lidstaten hadden tot 7 juni 2021 om de richtlijn om te zetten, maar slechts drie landen slaagden erin deze deadline te halen. België werd vervolgens al tweemaal door de Europese Commissie op de vingers getikt.

De omzetting van de DSM Richtlijn introduceert onder meer het uitgeversrecht, een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers op basis waarvan eenieder toestemming van de uitgever nodig heeft bij het hergebruik van een perspublicatie. Uitgevers krijgen met andere woorden het beslissingsrecht in handen over hoe en waar hun content online wordt verspreid.

Het uitgeversrecht mag dan wel een nieuw gegeven zijn voor persuitgevers, andere content producenten genieten al jaar en dag van een eigen naburig recht. Met deze richtlijn en de nationale omzetting ervan, komt er een einde aan dit ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan en krijgen persuitgevers eindelijk waar zij recht op hebben.

De wet is in grote mate gelijk gebleven aan het wetsvoorstel dat afgelopen april in de Kamer werd ingediend, met als terechte verduidelijking een bijkomende nadruk op het exclusieve karakter van het uitgeversrecht.

De wet, die in werking zal treden van zodra deze in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd wordt, voorziet in o.a. (i) geschillenbeslechtingsprocedures tussen platformen en uitgevers enerzijds en tussen uitgevers en journalisten anderzijds;  (ii) informatieverplichtingen zowel ten opzichte van platformen als van uitgevers; (iii) uitzonderingen inzake het hergebruik van perspublicaties zoals deze in de richtlijn beschreven stonden; (iv) een passende vergoeding voor journalisten die langs journalistenzijde collectief via een beheersvennootschap zal moeten worden onderhandeld.

 

Belgisch uitgeversrecht krijgt vorm: wetsontwerp tot omzetting van de DSM richtlijn

21 april 2022

Het wetsontwerp tot omzetting van de Europese Richtlijn 2019/790 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de zogenaamde “DSM” richtlijn) is bekendgemaakt in de Kamer. Deze richtlijn introduceert een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers, “het uitgeversrecht”, waardoor zij opnieuw kunnen beslissen hoe en waar hun content online wordt verspreid. Op grond van dit exclusieve recht dienen aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij (zoals de gekende online platformen waaronder Google, Facebook en Microsoft) toestemming te krijgen van de uitgever bij online gebruik van perspublicaties van deze uitgever, tenzij dat gebruik onder een van de wettelijk uitzonderingen van de richtlijn zou vallen.

De richtlijn, die reeds dateert van 17 april 2019, moest reeds omgezet zijn in Belgische wetgeving op 7 juni 2021. Er waren slechts drie lidstaten die deze deadline haalden, namelijk Nederland, Duitsland en Hongarije.  Momenteel hebben reeds twaalf lidstaten de richtlijn omgezet. Met de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer, komt België alvast dichter bij de daadwerkelijke omzetting.

Het wetsvoorstel omvat onder meer de volgende zaken:

  • Er wordt geen link voorzien tussen artikel 15 (uitgeversrecht) en artikel 17 (value gap) van de richtlijn. België blijft van mening dat het opnemen van persuitgevers onder het toepassingsgebied van artikel 17 in strijd zou zijn met de richtlijn, ook al sluiten de richtsnoeren van de Europese Commissie persuitgevers niet uit als rechthebbenden.
  • De uitzonderingen inzake het hergebruik van perspublicaties uit de richtlijn werden integraal opgenomen. Wat betreft de uitzondering voor “afzonderlijke woorden of zeer korte fragmenten” verduidelijkt de Memorie van Toelichting van het wetsontwerp dat bv. een fragment van een zeker aantal karakters (bv. 200 karakters, ongeacht of dit de titel of de tekst van de perspublicatie betreft) of persfoto’s en cartoons in de meeste gevallen niet als een zeer kort fragment beschouwd kunnen worden.
  • De passende vergoeding voor journalisten zal worden bepaald via een collectieve overeenkomst en zal langs journalistenzijde uitsluitend kunnen worden uitgeoefend via een beheersvennootschap.
  • Er wordt voorzien in twee aparte geschillenbeslechtingsmodellen, enerzijds voor geschillen tussen de uitgever en dienstverlener/platform en anderzijds voor geschillen tussen uitgever en auteur/journalist. Indien er geen akkoord kan worden gevonden tussen uitgever en dienstverlener/platform kan beroep gedaan worden op het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT), dat een bindende beslissing kan nemen inzake de verschuldigde vergoeding. Tegen deze beslissing kan een beroep worden ingesteld bij het Marktenhof. Indien er geen akkoord wordt bereikt tussen uitgever en auteur/journalist, ondanks poging tot bemiddeling, kan beroep gedaan worden op een commissie.
  • Er wordt voorzien in een informatieverplichting, zowel voor de dienstverleners/platformen ten opzichte van de persuitgevers, als voor de persuitgevers ten opzichte van de auteurs/journalisten. De dienstverlener/Het platform moet aan de persuitgever alle nuttige, actuele, relevante en volledige informatie verstrekken die rechtstreeks betrekking heeft op de perspublicaties waarvan de uitgever houder is en de uitgever moet aan de journalistenvereniging alle nuttige, actuele, relevante en volledige informatie verstrekken in verband met de vergoeding die de uitgever ontvangt van de dienstverlener/het platform.
  • Er wordt een nieuwe kortgedingprocedure in het leven geroepen om de strijd tegen online inbreuken aan te gaan waarbij platformen concrete maatregelen moeten nemen om deze content te verwijderen. Deze nieuwe kortgedingprocedure zorgt ervoor dat deze inbreuken sneller, efficiënter en op duurzame wijze aangepakt kunnen worden. De rechter kan hierbij voorlopige maatregelen opleggen om een einde te maken aan de inbreuk of de gevolgen ervan te beperken. De maatregelen mogen ook uitgebreid worden tot een website die een replica is van de website waartegen de maatregelen bedoeld zijn.
  • De mogelijkheid tot oprichting bij Koninklijk Besluit van een nieuwe dienst – de dienst voor de strijd tegen inbreuken op het auteursrecht en de naburige rechten op het internet – die bij machtiging van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank de voorlopige maatregelen kan uitvoeren en nadere toepassingsregels kan bepalen.

De Kamercommissie Economie zal zich nu buigen over het wetsvoorstel.

Australië keurt de News Media and Digital Platforms Mandatory Bargaining Code goed

26 februari 2021

In Australië heeft de regering op 25 februari 2021 het wetsvoorstel, dat platformen zoals Facebook en Google verplicht te onderhandelen met nieuwsuitgevers om hen een passend aandeel te betalen, goedgekeurd met enkele significante versoepelingen voor de platformen.

Reeds in 2019 probeerde de Australische Mededingingsautoriteit te onderhandelen met Facebook en Google om een vrijwillige gedragscode op te stellen. Het werd snel duidelijk dat er op vrijwillige basis niets zou gebeuren waardoor een ontwerp van een verplichte gedragscode werd overwogen.

Zowel Google als Facebook waren hierover niet te spreken en vonden dit onwerkbaar en onevenredig. De code zou een foutieve weerspiegeling geven van hoe de platformen met de uitgevers omgaan. Volgens beide platformen krijgen nieuwsuitgevers genoeg media-aandacht en genieten ze van voldoende voordelen, zo behouden ze zelf de controle welk nieuws zij op hun Facebookpagina’s plaatsen en of de gebruikers dit mogen delen. De advertentieopbrengsten die Facebook hieruit zou verkrijgen, zouden niet “noemenswaardig” zijn. Google vond dan weer dat geen vergoeding hoeft betaald te worden wanneer er maar beperkte delen van een artikel getoond worden.

Afgelopen december werd het wetsvoorstel officieel ingediend in het Parlement. Als protest ging Google vervolgens voor een klein uurtje gedeeltelijk offline – ze noemden het zelf standaardroutine, a lijkt het eerder een blijk van hun machtspositie – maar begon wel onmiddellijk te onderhandelen met uitgevers zodat ze enerzijds konden aantonen dat een wetgevend initiatief niet nodig was en anderzijds dat ze hun eigen voorwaarden in de overeenkomsten konden opnemen.

De wet bepaalt onder andere volgende zaken:

  • Platformen moeten een passend aandeel betalen voor het geheel of gedeeltelijk reproduceren van nieuws of het weergeven van links naar nieuws;
  • Een platform moet ‘aangewezen’ worden door de minister vooraleer zij onder de wet vallen. De minister onderzoekt voornamelijk of er een significant onevenwicht is tijdens het onderhandelen (de wet zou momenteel enkel betrekking hebben op Google en Facebook);
  • Er zijn een reeds minimumstandaarden waaraan platformen moeten voldoen zoals nieuwsmedia meedelen welke types data worden verzameld of wanneer er wijzigingen in hun algoritmes zijn;
  • De non-differentiatiebepalingen zorgen ervoor dat platformen geen onderscheid mogen maken tussen verschillende nieuwsbedrijven;
  • Wanneer beide partijen niet tot een akkoord komen, moeten ze verplicht in arbitrage gaan. Elke partij mag dan hun ‘final offer’ indienen, waarna een arbitragepanel kan kiezen tussen beide bedragen of zelf een bedrag bepalen wanneer beide bedragen niet in het algemeen belang zijn.

Begin februari uitte Microsoft zich als voorstander van de wet en is bereid uitgevers te betalen wanneer de wet op hen van toepassing zou zijn. Dit voornamelijk om hun marktaandeel in Australië te laten groeien. Google kwam onmiddellijk met een antwoord in de vorm van Google News Showcase, waaraan meerdere Australische titels deelnemen. In de dagen die volgden, sloot Google met verschillende andere mediabedrijven overeenkomsten.

Facebook daarentegen gooide het over een andere boeg en haalde uit protest elk vorm van nieuws offline en werd het onmogelijk nieuws te delen. Zo werden de pagina’s van Australische media geblokkeerd en konden overheidspagina’s geen nieuwsupdates meer geven over o.a. het coronavirus of bosbranden. De Australische regering ging in gesprek met Facebook en kwamen tot een akkoord om enkele wijzigingen – of versoepelingen – aan te brengen in de wet.

  • Bij het aanwijzen van een platform, zal de minister nu bijkomend rekening houden of het digitaal platform een significante bijdrage heeft geleverd aan de duurzaamheid van de Australische nieuwsmedia door commerciële overeenkomsten met hen te sluiten;
  • Wanneer de regering de intentie heeft het platform aan te wijzen, moet het platform hiervan op de hoogte gebracht worden. Het definitief aanwijzen mag niet eerder dan één maand na de kennisgeving;
  • De non-differentiatiebepalingen zullen niet in werking treden wanneer commerciële overeenkomsten geleid hebben tot verschillende bedragen in vergoedingen;
  • Verplichte arbitrage waarbij zelf een bedrag wordt vastgelegd, is een laatste redmiddel. Wanneer commerciële overeenkomsten niet kunnen gesloten worden, zal er eerst een bemiddelingsperiode van twee maanden starten vooraleer men verplicht wordt in arbitrage te treden.

De regering heeft vervolgens de wet, met de overeengekomen wijzigingen, goedgekeurd. Facebook laat ondertussen ook weer nieuws toe op hun platform en hebben verschillende mediabedrijven intentiebrieven laten tekenen waarin zij verzekeren nieuws aan Facebook te verstrekken.

Beide platformen zijn nu intensief aan het onderhandelen vooraleer zij onder de wet kunnen vallen. Met de nieuwe voorwaarde om aangewezen te worden, is het afwachten of dit als ‘significante bijdrage aan de nieuwsmedia’ kan worden beschouwd aangezien dit ervoor kan zorgen of de techgiganten al dan niet onder de code zullen vallen. De wet heeft er alleszins al toe geleid dat beide platformen aan het onderhandelen zijn en uitgevers willen vergoeden voor hun content, iets wat voorheen niet altijd even evident was.

De Europese federaties van uitgevers, namelijk EMMA, ENPA, EPC en News Media Europe sporen alvast samen met Microsoft Europa aan een soortgelijkend arbitragemodel te voorzien in toekomstige Europese wetgevingen om te verzekeren dat ook Europese persuitgevers op basis van het uitgeversrecht, zoals ingevoerd door de Richtlijn Auteursrechten, billijk zullen worden vergoed door de platformen.

 

 

Reeds in 2019 probeerde de Australische Mededingingsautoriteit te onderhandelen met Facebook en Google om een vrijwillige gedragscode op te stellen. Het werd snel duidelijk dat er op vrijwillige basis niets zou gebeuren waardoor een ontwerp van een verplichte gedragscode werd overwogen.

Zowel Google als Facebook waren hierover niet te spreken en vonden dit onwerkbaar en onevenredig. De code zou een foutieve weerspiegeling geven van hoe de platformen met de uitgevers omgaan. Volgens beide platformen krijgen nieuwsuitgevers genoeg media-aandacht en genieten ze van voldoende voordelen, zo behouden ze zelf de controle welk nieuws zij op hun Facebookpagina’s plaatsen en of de gebruikers dit mogen delen. De advertentieopbrengsten die Facebook hieruit zou verkrijgen, zouden niet “noemenswaardig” zijn. Google vond dan weer dat geen vergoeding hoeft betaald te worden wanneer er maar beperkte delen van een artikel getoond worden.

Afgelopen december werd het wetsvoorstel officieel ingediend in het Parlement. Als protest ging Google vervolgens voor een klein uurtje gedeeltelijk offline – ze noemden het zelf standaardroutine, a lijkt het eerder een blijk van hun machtspositie – maar begon wel onmiddellijk te onderhandelen met uitgevers zodat ze enerzijds konden aantonen dat een wetgevend initiatief niet nodig was en anderzijds dat ze hun eigen voorwaarden in de overeenkomsten konden opnemen.

De wet bepaalt onder andere volgende zaken:

  • Platformen moeten een passend aandeel betalen voor het geheel of gedeeltelijk reproduceren van nieuws of het weergeven van links naar nieuws;
  • Een platform moet ‘aangewezen’ worden door de minister vooraleer zij onder de wet vallen. De minister onderzoekt voornamelijk of er een significant onevenwicht is tijdens het onderhandelen (de wet zou momenteel enkel betrekking hebben op Google en Facebook);
  • Er zijn een reeds minimumstandaarden waaraan platformen moeten voldoen zoals nieuwsmedia meedelen welke types data worden verzameld of wanneer er wijzigingen in hun algoritmes zijn;
  • De non-differentiatiebepalingen zorgen ervoor dat platformen geen onderscheid mogen maken tussen verschillende nieuwsbedrijven;
  • Wanneer beide partijen niet tot een akkoord komen, moeten ze verplicht in arbitrage gaan. Elke partij mag dan hun ‘final offer’ indienen, waarna een arbitragepanel kan kiezen tussen beide bedragen of zelf een bedrag bepalen wanneer beide bedragen niet in het algemeen belang zijn.

Begin februari uitte Microsoft zich als voorstander van de wet en is bereid uitgevers te betalen wanneer de wet op hen van toepassing zou zijn. Dit voornamelijk om hun marktaandeel in Australië te laten groeien. Google kwam onmiddellijk met een antwoord in de vorm van Google News Showcase, waaraan meerdere Australische titels deelnemen. In de dagen die volgden, sloot Google met verschillende andere mediabedrijven overeenkomsten.

Facebook daarentegen gooide het over een andere boeg en haalde uit protest elk vorm van nieuws offline en werd het onmogelijk nieuws te delen. Zo werden de pagina’s van Australische media geblokkeerd en konden overheidspagina’s geen nieuwsupdates meer geven over o.a. het coronavirus of bosbranden. De Australische regering ging in gesprek met Facebook en kwamen tot een akkoord om enkele wijzigingen – of versoepelingen – aan te brengen in de wet.

  • Bij het aanwijzen van een platform, zal de minister nu bijkomend rekening houden of het digitaal platform een significante bijdrage heeft geleverd aan de duurzaamheid van de Australische nieuwsmedia door commerciële overeenkomsten met hen te sluiten;
  • Wanneer de regering de intentie heeft het platform aan te wijzen, moet het platform hiervan op de hoogte gebracht worden. Het definitief aanwijzen mag niet eerder dan één maand na de kennisgeving;
  • De non-differentiatiebepalingen zullen niet in werking treden wanneer commerciële overeenkomsten geleid hebben tot verschillende bedragen in vergoedingen;
  • Verplichte arbitrage waarbij zelf een bedrag wordt vastgelegd, is een laatste redmiddel. Wanneer commerciële overeenkomsten niet kunnen gesloten worden, zal er eerst een bemiddelingsperiode van twee maanden starten vooraleer men verplicht wordt in arbitrage te treden.

De regering heeft vervolgens de wet, met de overeengekomen wijzigingen, goedgekeurd. Facebook laat ondertussen ook weer nieuws toe op hun platform en hebben verschillende mediabedrijven intentiebrieven laten tekenen waarin zij verzekeren nieuws aan Facebook te verstrekken.

Beide platformen zijn nu intensief aan het onderhandelen vooraleer zij onder de wet kunnen vallen. Met de nieuwe voorwaarde om aangewezen te worden, is het afwachten of dit als ‘significante bijdrage aan de nieuwsmedia’ kan worden beschouwd aangezien dit ervoor kan zorgen of de techgiganten al dan niet onder de code zullen vallen. De wet heeft er alleszins al toe geleid dat beide platformen aan het onderhandelen zijn en uitgevers willen vergoeden voor hun content, iets wat voorheen niet altijd even evident was.

De Europese federaties van uitgevers, namelijk EMMA, ENPA, EPC en News Media Europe sporen alvast samen met Microsoft Europa aan een soortgelijkend arbitragemodel te voorzien in toekomstige Europese wetgevingen om te verzekeren dat ook Europese persuitgevers op basis van het uitgeversrecht, zoals ingevoerd door de Richtlijn Auteursrechten, billijk zullen worden vergoed door de platformen.

 

 


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.