Europa bereikt akkoord over Digital Markets Act
25 maart 2022
Op 24 maart 2022 werd een politiek akkoord bereikt tijdens de trialoogonderhandelingen in het kader van de Digital Markets Act (DMA). Deze verordening heeft als voornaamste doel om de dominante marktpositie van gatekeepers te beperken en de concurrentie te herstellen.
De DMA introduceert duidelijke verplichtingen waaraan gatekeepers moeten voldoen, zo wordt de toegang tot diensten van aanbieders van kernplatformen gegarandeerd door het gebruik van eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden (de zogenaamde FRAND-voorwaarden). Daarnaast komen er nieuwe regels inzake (i) monopolievorming, (ii) de bescherming van de privacy van gebruikers, (iii) toegang tot data voor zakelijke gebruikers en (iv) een rulebook voor online adverteren.
Het toepassingsgebied van de DMA werd eveneens uitgebreid zodat het niet enkel app-stores dekt, maar ook sociale netwerken en zoekmachines.
Gatekeepers worden ook verboden (i) hun eigen diensten voorrang te geven op andere, (ii) data te gebruiken die verzameld zijn voor andere doeleinden en (iii) oneerlijke voorwaarden op te leggen aan zakelijke gebruikers.
Bij niet-naleving van het wetgevend kader kunnen de Europese mededingingsautoriteiten boetes opleggen aan gatekeepers tot 10% van hun wereldwijde inkomsten (of zelfs 20% in geval van herhaalde inbreuken). Ook zullen er sancties opgelegd kunnen worden, zoals bv. een verbod tot overname of de verplichting een bedrijf op te splitsen.
De wet moet eerst nog formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de lidstaten, maar zou in werking treden vanaf 2023.
Het Europees Parlement neemt standpunt aan inzake Digital Services Act (DSA)
26 januari 2022
Het Europees Parlement heeft op 20 januari zijn standpunt ingenomen inzake de Digital Services Act. Dit wetsvoorstel heeft als doel internetgebruikers beter te beschermen door het garanderen van hun online veiligheid en hun grondrechten, betere voorwaarden te creëren wanneer innovatieve digitale diensten op de interne markt worden aangeboden, en extra toezicht te voorzien op alsook regels voor de platformen. De Europese Raad heeft zijn standpunt reeds aangenomen op 25 november 2021, waardoor beide partijen onmiddellijk in trialoog kunnen treden.
Het standpunt van het Europees Parlement biedt echter niet de concrete maatregelen om mediacontent in z’n geheel te beschermen of burgers de nodige toegang te geven tot informatie.
Positief aan het standpunt van het Parlement is de verplichting voor onlinetussenpersonen om de vrijheid van meningsuiting, mediavrijheid en mediapluralisme in hun algemene voorwaarden te vermelden. De regel inzake beperkte aansprakelijkheid blijft van toepassing, maar wordt uitgebreid voor tussenpersonen (specifiek voor het bestrijden van illegale content, transparantie, verantwoording en rapportering). Daarnaast horen platformen ook gemakkelijker bereikbaar te zijn.
Het Europees Parlement verliest echter zijn kans om een sterke Digital Services Act af te leveren doordat er geen meldingsplicht is voor platformen wanneer zij een beslissing nemen inzake bepaalde content. Uitgeverijen zullen dus nog steeds via het algemene klachtensysteem contact moeten opnemen met het platform wanneer dit beslist hun content offline te halen. Er wordt ook geen actie ondernomen om het aangeven van illegale content door uitgevers te vergemakkelijken. Zo zullen uitgevers niet de status van trusted flaggers krijgen, wat het aangeven van illegale content makkelijker had gemaakt. Inzake reclame werden dan weer bijkomende regels aangenomen waardoor uitgevers moeilijker de toestemming van hun gebruikers kunnen verkrijgen.
Het gezamenlijk standpunt van de Raad, aangenomen in november, voorzag in de vraag mediavrijheid en pluralisme beter te beschermen. De Raad stelde voorts (i) dat de huidige principes van de eCommerce Richtlijn moeten behouden worden, (ii) dat online zoekmachines moeten worden beschouwd als vectoren van illegale content, (iii) en dat advertenties beter geïdentificeerd moeten worden, zonder een verbod op gerichte reclame op te leggen.
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt het akkoord dat in het kader van de hervorming van het auteursrecht in de trialoog is bereikt
14 februari 2019
Uitgevers bereiken meer lezers dan ooit en investeren hiervoor drastisch in nieuwe business modellen, aangepast aan de digitale realiteit. Uitgevers beschikken echter niet over een instrument om deze investeringen op een afdoende wijze te kunnen beschermen. Uitgevers kunnen niet eeuwig blijven investeren in content die door derde partijen systematisch wordt hergebruikt zonder dat er hiervoor een vergoeding tegenover staat.
Vandaar dat er een aanpassing van het juridisch kader zich opdringt en de invoering van een uitgeversrecht noodzakelijk is. Want het gebrek aan dergelijk kader vandaag de dag speelt in het voordeel van derde partijen die freeriden op deze content en gaat ten koste van een kwaliteitsvolle onafhankelijke pers.
Artikel 11 is een duidelijke juridische erkenning die tot gevolg moet hebben dat de belangrijke positie die uitgevers innemen in het ecosysteem naar waarde wordt geschat. Een uitgeversrecht in de vorm van een naburig recht is de enige rechtsfiguur die uitgevers kan erkennen als rechthebbenden en zodoende hun positie zal versterken ten opzichte van derden en hen zal toelaten hun content te exploiteren en efficiënter op te treden tegen derden-inbreukmakers. Het is de enige rechtsfiguur die effectief de onderhandelingspositie van uitgevers kan versterken, hetgeen broodnodig is om o.a. de onderhandelingen met de mondiale technologie spelers te kunnen aangaan.
Het uitgeversrecht is niet meer of minder wat vandaag de dag al jaren bestaat voor andere content producenten. Audiovisuele producenten genieten reeds jaren een eigen naburig recht voor de content die zij produceren, wat hen, dankzij de investeringen die zij gedaan hebben, toelaat zelfstandig hun content te exploiteren. Persuitgevers investeren evenzeer in hun content en dragen hiervoor evenzeer de risico’s zonder dat daar een eigen recht tegenover staat. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan.
Vlaamse Nieuwsmedia is dan ook verheugd dat de Europese instellingen deze realiteit erkennen en tot een evenwichtige en afdwingbare oplossing zijn gekomen om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
De overeengekomen tekst moet nu formeel worden bevestigd door het Europees Parlement en de Raad. Zodra de nieuwe regels zijn bevestigd en in het Publicatieblad van de EU zijn bekendgemaakt, hebben de lidstaten 24 maanden de tijd om ze in nationale wetgeving om te zetten.