Home » Posts tagged "uitgeversrecht"

Het Belgisch uitgeversrecht is een feit

16 juni 2022

Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de goedkeuring vandaag, 16 juni 2022, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers van de wet tot omzetting van de Europese richtlijn inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de zogenaamde DSM Richtlijn). De wet wordt nu ter bekrachtiging voorgelegd aan de Koning.

De Lidstaten hadden tot 7 juni 2021 om de richtlijn om te zetten, maar slechts drie landen slaagden erin deze deadline te halen. België werd vervolgens al tweemaal door de Europese Commissie op de vingers getikt.

De omzetting van de DSM Richtlijn introduceert onder meer het uitgeversrecht, een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers op basis waarvan eenieder toestemming van de uitgever nodig heeft bij het hergebruik van een perspublicatie. Uitgevers krijgen met andere woorden het beslissingsrecht in handen over hoe en waar hun content online wordt verspreid.

Het uitgeversrecht mag dan wel een nieuw gegeven zijn voor persuitgevers, andere content producenten genieten al jaar en dag van een eigen naburig recht. Met deze richtlijn en de nationale omzetting ervan, komt er een einde aan dit ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan en krijgen persuitgevers eindelijk waar zij recht op hebben.

De wet is in grote mate gelijk gebleven aan het wetsvoorstel dat afgelopen april in de Kamer werd ingediend, met als terechte verduidelijking een bijkomende nadruk op het exclusieve karakter van het uitgeversrecht.

De wet, die in werking zal treden van zodra deze in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd wordt, voorziet in o.a. (i) geschillenbeslechtingsprocedures tussen platformen en uitgevers enerzijds en tussen uitgevers en journalisten anderzijds;  (ii) informatieverplichtingen zowel ten opzichte van platformen als van uitgevers; (iii) uitzonderingen inzake het hergebruik van perspublicaties zoals deze in de richtlijn beschreven stonden; (iv) een passende vergoeding voor journalisten die langs journalistenzijde collectief via een beheersvennootschap zal moeten worden onderhandeld.

 

Belgisch uitgeversrecht krijgt vorm: wetsontwerp tot omzetting van de DSM richtlijn

21 april 2022

Het wetsontwerp tot omzetting van de Europese Richtlijn 2019/790 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de zogenaamde “DSM” richtlijn) is bekendgemaakt in de Kamer. Deze richtlijn introduceert een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers, “het uitgeversrecht”, waardoor zij opnieuw kunnen beslissen hoe en waar hun content online wordt verspreid. Op grond van dit exclusieve recht dienen aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij (zoals de gekende online platformen waaronder Google, Facebook en Microsoft) toestemming te krijgen van de uitgever bij online gebruik van perspublicaties van deze uitgever, tenzij dat gebruik onder een van de wettelijk uitzonderingen van de richtlijn zou vallen.

De richtlijn, die reeds dateert van 17 april 2019, moest reeds omgezet zijn in Belgische wetgeving op 7 juni 2021. Er waren slechts drie lidstaten die deze deadline haalden, namelijk Nederland, Duitsland en Hongarije.  Momenteel hebben reeds twaalf lidstaten de richtlijn omgezet. Met de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer, komt België alvast dichter bij de daadwerkelijke omzetting.

Het wetsvoorstel omvat onder meer de volgende zaken:

  • Er wordt geen link voorzien tussen artikel 15 (uitgeversrecht) en artikel 17 (value gap) van de richtlijn. België blijft van mening dat het opnemen van persuitgevers onder het toepassingsgebied van artikel 17 in strijd zou zijn met de richtlijn, ook al sluiten de richtsnoeren van de Europese Commissie persuitgevers niet uit als rechthebbenden.
  • De uitzonderingen inzake het hergebruik van perspublicaties uit de richtlijn werden integraal opgenomen. Wat betreft de uitzondering voor “afzonderlijke woorden of zeer korte fragmenten” verduidelijkt de Memorie van Toelichting van het wetsontwerp dat bv. een fragment van een zeker aantal karakters (bv. 200 karakters, ongeacht of dit de titel of de tekst van de perspublicatie betreft) of persfoto’s en cartoons in de meeste gevallen niet als een zeer kort fragment beschouwd kunnen worden.
  • De passende vergoeding voor journalisten zal worden bepaald via een collectieve overeenkomst en zal langs journalistenzijde uitsluitend kunnen worden uitgeoefend via een beheersvennootschap.
  • Er wordt voorzien in twee aparte geschillenbeslechtingsmodellen, enerzijds voor geschillen tussen de uitgever en dienstverlener/platform en anderzijds voor geschillen tussen uitgever en auteur/journalist. Indien er geen akkoord kan worden gevonden tussen uitgever en dienstverlener/platform kan beroep gedaan worden op het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT), dat een bindende beslissing kan nemen inzake de verschuldigde vergoeding. Tegen deze beslissing kan een beroep worden ingesteld bij het Marktenhof. Indien er geen akkoord wordt bereikt tussen uitgever en auteur/journalist, ondanks poging tot bemiddeling, kan beroep gedaan worden op een commissie.
  • Er wordt voorzien in een informatieverplichting, zowel voor de dienstverleners/platformen ten opzichte van de persuitgevers, als voor de persuitgevers ten opzichte van de auteurs/journalisten. De dienstverlener/Het platform moet aan de persuitgever alle nuttige, actuele, relevante en volledige informatie verstrekken die rechtstreeks betrekking heeft op de perspublicaties waarvan de uitgever houder is en de uitgever moet aan de journalistenvereniging alle nuttige, actuele, relevante en volledige informatie verstrekken in verband met de vergoeding die de uitgever ontvangt van de dienstverlener/het platform.
  • Er wordt een nieuwe kortgedingprocedure in het leven geroepen om de strijd tegen online inbreuken aan te gaan waarbij platformen concrete maatregelen moeten nemen om deze content te verwijderen. Deze nieuwe kortgedingprocedure zorgt ervoor dat deze inbreuken sneller, efficiënter en op duurzame wijze aangepakt kunnen worden. De rechter kan hierbij voorlopige maatregelen opleggen om een einde te maken aan de inbreuk of de gevolgen ervan te beperken. De maatregelen mogen ook uitgebreid worden tot een website die een replica is van de website waartegen de maatregelen bedoeld zijn.
  • De mogelijkheid tot oprichting bij Koninklijk Besluit van een nieuwe dienst – de dienst voor de strijd tegen inbreuken op het auteursrecht en de naburige rechten op het internet – die bij machtiging van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank de voorlopige maatregelen kan uitvoeren en nadere toepassingsregels kan bepalen.

De Kamercommissie Economie zal zich nu buigen over het wetsvoorstel.

Uitgeversrecht: Nederlandse en Deense uitgevers opteren voor gezamenlijk beheer

6 augustus 2021

In het kader van de implementatie van de Richtlijn Auteursrechten, die een nieuw recht voor de uitgevers invoert, in nationale wetgeving, stomen verschillende Europese landen zich klaar voor de intense onderhandelingen met de grote techgiganten Google en Facebook. De voorbije jaren is echter duidelijk geworden dat het onderhandelen en het verkrijgen van een correcte vergoeding niet gemakkelijk is. De Franse uitgevers trokken naar de Franse Mededingingsautoriteit wegens het niet te goeder trouw onderhandelen van Google en kregen zelfs gelijk, maar er werden reeds verschillende individuele overeenkomsten gesloten tussen de techgiganten en kleine uitgevers waarbij geen of slechts een heel kleine vergoeding wordt uitgekeerd.

Om dezelfde problematiek te vermijden, onderzoeken verschillende Nederlandse uitgevers en publieke omroepen of een gezamenlijk beheer een mogelijkheid is. Een individuele, kleine uitgever die onderhandelt met een groot bedrijf zoals bv. Google, heeft niet voldoende drukkingsmiddel of macht iets te bereiken en dit zal steeds in het nadeel van de uitgever zijn. Net daarom zal onderzocht worden of de Nederlandse media de krachten kan bundelen in een beheersvennootschap en als één blok kan onderhandelen met de techgiganten. Vrijwel alle Nederlandse media zullen in overleg gaan, maar zijn zich bewust dat dit de nodige tijd in beslag zal nemen.

Ook in Denemarken volgt men dezelfde strategie. Bijna alle Deense media zullen gezamenlijk de onderhandelingen met Google en Facebook voeren. De beheersvennootschap wil in eerste instantie het recht op hun content veilig stellen en pas daarna een correcte vergoeding regelen. De techgiganten moeten eerst en vooral erkennen dat de content die zij, zonder toestemming, verspreiden op hun platformen niet hen toebehoren maar de uitgevers. Pas daarna moet een eerlijke vergoedingsregeling berekend worden.

Google probeert eveneens het uitgeversrecht te linken aan Google Showcase, al ziet de Deense beheersvennootschap dit als een poging het uitgeversrecht te ondermijnen en heeft geen intentie toe te treden.

Artikel 17 niet in strijd met Handvest van de grondrechten van de EU

In de zaak C-401/19 waarbij Polen een beroep tot nietigverklaring van artikel 17 Richtlijn Auteursrechten aantekende bij het Europese Hof van Justitie, is de conclusie gepubliceerd van de advocaat-generaal. Volgens Polen is artikel 17, lid 4, b) en c) van de Auteursrichtlijn een schending van het recht op vrije meningsuiting en informatie (artikel 11 Handvest van de grondrechten van de EU).

Polen meent dat artikel 11 beperkt wordt doordat onlinediensten gebruik maken van software om content te delen waardoor deze automatisch kan gefilterd worden. Het land vroeg het Hof zich uit te spreken over de aansprakelijkheid van onlinediensten voor het delen van content wanneer gebruikers content uploaden.

De advocaat-generaal heeft op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in dit geding. Hij is van oordeel dat er geen schending is van het recht op vrije meningsuiting en informatie en vraagt de claim ontoelaatbaar te verklaren:

  • De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Er mogen beperkingen ingeroepen worden wanneer (i) deze bij wet zijn gesteld, (ii) de essentie van het recht respecteren en (iii) in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel. De advocaat-generaal stelt dat aan deze voorwaarden is voldaan.

De advocaat-generaal stelt eveneens dat er, zonder afbreuk aan de essentie van de vrijheid op meningsuiting, kan gekozen worden om aan bepaalde tussenpersonen een aantal actieve toezichtsmaatregelen t.a.v. specifieke onwettige informatie op te leggen.

  • Artikel 17 omvat een nieuwe aansprakelijkheidsregeling. De richtlijn verplicht onlinediensten tot preventief toezicht in overeenstemming met wat men verwacht van een zorgvuldige operator en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Volgens de advocaat-generaal is een specifieke aansprakelijkheidsregeling niet onevenredig. De evenredigheid is te wijten aan (i) de omvang van de economische schade van illegale content; (ii) het moeilijk controleren van hergebruik van content door het principe van “kennisgeving en verwijdering”; (iii) de moeilijkheid om gebruikers die illegale content plaatsen gerechtelijk te vervolgen; (iv) de toezichtsverplichtingen die gelden voor zowel specifieke als tussenpersoon optredende dienstverleners. Aanbieders van diensten oefenen door het promoten van deze content eveneens een zekere invloed uit op de voor het publiek toegankelijke informatie. De advocaat-generaal is dan ook van oordeel dat aanbieders van content kunnen vergeleken worden met traditionele tussenpersonen zoals uitgevers, waardoor het mogelijk is hen een specifieke aansprakelijkheidsregeling vast te stellen.

Daarnaast werd er een duidelijke en nauwkeurige grens gesteld aan de filter‑ en blokkeringsmaatregelen, om de mogelijke risico’s op overblokkering als gevolg van de aansprakelijkheidsregeling te beperken en om het billijk evenwicht tussen de rechten en de bescherming van vrije meningsuiting te waarborgen.

  • Artikel 17 legt monitorverplichtingen op die de vorm van filtering aannemen waaraan twee cumulatieve voorwaarden verbonden werden, namelijk het trachten te voorkomen dat geïdentificeerde content met onrechtmatige reproducties van werken en andere beschermde content online worden geplaatst zonder dat de beschikbaarstelling van content met rechtmatige reproductie wordt belet. De richtlijn specifieert niet op welke manier gefilterd mag worden.

De definitieve uitspraak wordt binnenkort verwacht.

Uitgeversrecht: Franse Mededingingsautoriteit legt Google boete op van 500 miljoen euro

26 juli 2021

De Franse mededingingsautoriteit heeft op 13 juli 2021 een boete van 500 miljoen euro opgelegd aan Google wegens de schending van voorlopige maatregelen  zoals uitgesproken bij het besluit van 9 april 2020.

De mededingingsautoriteit legt Google verder op:

  • Vergoedingsvoorstellen te doen aan uitgevers die bereid zijn om in onderhandeling te treden, op basis van het recht van de persuitgever (dwangbevel 1);
  • De gegevens mee te delen die nodig zijn om de vergoedingsvoorstellen op transparante wijze te kwantificeren (bevel 2).

 

De motivering van de mededingingsautoriteit luidt als volgt:

  • Google heeft niet te goeder trouw onderhandeld;
  • Google heeft beslist dat de onderhandelingen uitsluitend binnen hun Google News Showcase-partnerschap zouden plaatsvinden, en geweigerd om de vergoeding voor het uitgeversrecht te bespreken;
  • Google heeft de reikwijdte van de onderhandelingen beperkt door de content van persagentschappen en publicaties van gespecialiseerde pers uit te sluiten, ook al worden deze publicaties door het naburige recht beschermd;
  • Ten slotte heeft Google niet de gevraagde informatie gedeeld die nodig is om eerlijke onderhandelingen te voeren.

 

De Autoriteit concludeert dat het gedrag van Google neerkomt op “schendingen van uitzonderlijk ernstige aard” waardoor de afdwingbaarheid van het uitgeversrecht nog verder wordt vertraagd. De mededingingsautoriteit zal de toepassing van haar besluit op de voet volgen. Niet-naleving stelt Google bloot aan een dwangsom die kan oplopen tot 900.000 euro per dag.

De moet worden gezien als  een zeer positief precedent. Naast de aanzienlijke boete is het belangrijk dat de toezichthouder Google gelast terug te keren naar de onderhandelingstafel en duidelijk onderscheid maakt tussen Google News Showcase-overeenkomsten en licenties voor het uitgeversrecht. Deze beslissing geeft Europese uitgevers een hefboom om meer informatie van de big tech te krijgen om de waarden van hun content te evalueren en een billijke vergoeding te krijgen.

Uitgeversrecht krijgt stilaan vorm in België

10 juni 2021

De ministerraad heeft  op 4 juni 2021 het voorontwerp van wet inzake de auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt goedgekeurd op voorstel van minister van Economie Dermagne en minister van Justitie Van Quickenborne. Deze wet zet de Europese Richtlijn Auteursrechten 2019/790 om in Belgisch recht. Deze omzetting werd aangevuld met een set nieuwe regeling die ertoe strekken de auteursrechten en naburige rechten beter te doen naleven.

De Richtlijn voert een nieuw exclusief recht in voor persuitgevers met betrekking tot hun online publicaties, d.w.z. dat eenieder toestemming van de uitgever nodig heeft bij gebruik van een perspublicatie tenzij een van de door de richtlijn ingevoerde uitzonderingen van toepassing is. Dit nieuwe recht van de persuitgevers zal nog verder worden bestudeerd en opnieuw door de ministerraad worden geanalyseerd met het oog op een betere bescherming van de uitgever. Er werden hieromtrent vragen gesteld aan de Europese Commissie en een juridisch adviesbureau om na te gaan welke manoeuvreerruimte hiervoor beschikbaar is.

Met betrekking tot de strijd tegen massale online inbreuken voorziet het wetsontwerp in een nieuwe kortgeding procedure om deze inbreuken sneller en efficiënter aan te pakken en in de oprichting van een nieuwe dienst binnen de FOD Economie die de bevoegdheid heeft om de voorlopige maatregelen zoals bevolen door de rechter verder te preciseren en ze aan te passen om de doeltreffendheid te garanderen.

Het wetsontwerp wordt momenteel ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Nieuw uitgeversrecht goedgekeurd in Duitsland

7 juni 2021

Het Duitse Parlement heeft de omzetting van de Richtlijn Auteursrechten goedgekeurd. De bestaande wet inzake auteursrechten en naburige rechten wordt  aangepast aan de richtlijn. In tegenstelling tot andere landen, gebruikt Duitsland een combinatie van copyright wetgeving en mededingingsrecht wat ervoor moet zorgen dat platformen geen oneerlijke voorwaarden voor het uploaden van content opstellen.

De wetgeving stelt onder meer in het kader van de omzetting van artikel  17  (value gap) nieuwe  uitzonderingen vast tot het beschermen van perspublicaties:

  • Het gebruik van een film- of audiofragment wordt vastgelegd op 15 seconden;
  • Er mogen max. 160 tekens gebruik worden van een artikel;
  • Er mogen afbeeldingen gebruikt worden van max. 125 kB.

Daarnaast is de reproductie, distributie en openbare reproductie van een werk toegelaten indien het citaten, karikaturen, parodieën en pastiches betreft.

De Richtlijn Auteursrechten stelt ook dat er een passende vergoeding moet betaald worden aan de rechthebbenden.  De Duitse wet stelt dat geen afstand kan worden gedaan van de vordering tot vergoeding en dat dit enkel kan worden overgedragen aan een beheersvennootschap. Wanneer de auteur zijn rechten heeft overgedragen aan een uitgever, dient de uitgever op passende wijze worden betrokken bij de wettelijke vergoedingsclaims. Deze kunnen enkel worden ingediend via gemeenschappelijke beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers.

De wet stelt dat zowel de auteur als de eigenaar van de rechten op ander materiaal, een passend deel moet krijgen, dat minstens een derde van de inkomsten van de persuitgever moet bedragen. Hiervan kan alleen afgeweken worden op basis van een gemeenschappelijke beloningsregel of een collectieve overeenkomst. Er werd beslist geen forfaitair bedrag vast te leggen aangezien de vergoeding anders te gering kan worden omvat binnen de wettelijke beschermingsperiode van het contract, maar eveneens omdat de verwachte inkomsten niet correct kunnen worden verzekerd.

Er werd ook een arbitragemechanisme in de wet voorzien. Indien binnen de drie maanden geen akkoord wordt bereikt, kan de Minister van Justitie een onderhandelingspartner aanwijzen om te onderhandelen over een gemeenschappelijke vergoedingsregel. Daarnaast blijft ook de arbitragecommissie bestaan, namelijk wanneer er een oneerlijke compensatie wordt gegeven, kan men dit betwisten voor de commissie die dan een voorstel van eerlijke vergoeding kunnen doen.

De inwerkingtreding van de wet is gedeeltelijk voorzien op 7 juni 2021;  al is er voor bepaalde wijzigingen een langere termijn voorzien tot 1 augustus 2021.

 

 

 

Analyse van de vergoeding voor uitgevers voor het digitaal gebruik van hun content op platformen in Spanje

29 maart 2021

De Spaanse onderzoeksgroep Qbo heeft onderzocht of hun huidige vergoedingsmodel voldoende is of dat er nood is aan herziening.

De studie heeft als eerste stap de schade die de perssector de afgelopen jaren heeft geleden, geanalyseerd. In de laatste twee decennia heeft de papieren nieuwssector wereldwijd jaarlijks meer dan 1,8 miljard euro inkomstenverlies geleden. Papieren kranten worden steeds meer en meer ingewisseld voor een digitale versie wat zorgt voor een drastische vermindering van inkomsten, enerzijds door het verlies aan advertentie-inkomsten, anderzijds door de terughoudendheid van lezers om online abonnementen aan te gaan. Daarbovenop innen de grote techgiganten meer dan 70% van alle advertentie-inkomsten. De advertentie-inkomsten van de krantenuitgevers zijn sinds 2002 de advertentie-inkomsten met 50% zijn gedaald. In 2019 bedroegen de inkomsten ‘amper’ 809 miljoen euro. De totale investering in advertenties wordt geschat op 1.799 miljoen euro, waardoor de schade van de digitalisering 990 miljoen euro bedraagt.

De vermindering in advertenties-inkomsten komt uiteraard door de vermindering in vraag. Hier is echter wel een paradox ontstaan: de advertentie-inkomsten zijn dan wel gedaald, het aantal lezers is gestegen met bijna 30% sinds 2002. Meer dan de helft van de bevolking vindt het betalen voor nieuws echter te duur en zoekt een gratis manier om nieuws te consumeren.

Sinds 2002 gaat er jaarlijks gemiddeld 722 miljoen euro verloren aan advertentie-inkomsten en 1.112 miljoen euro aan de vermindering van de krantenverkoop, terwijl er maar voor zo’n 21 miljoen euro aan digitale abonnementen bijkomen.

Daarnaast is het ook veel makkelijker om toegang te krijgen tot online illegale content. Volgens de studie is de waarde van illegale content 447 miljoen euro. Platformen zorgen er –direct of indirect – voor dat personen op deze illegale sites terechtkomen waardoor de verspreiding blijft verdergaan.

Ook knipseldiensten werden onder de loep genomen aangezien ruim 78% van de bedrijven artikelen aangeleverd krijgen, goed voor 46 miljoen euro. Uit navraag is gebleken dat wanneer deze personen geen artikelen zouden ontvangen, 60% alsnog een abonnement zou aangaan.

De studie deed vervolgens enkele voorstellen om de goede verstandhouding tussen platformen en uitgevers te garanderen. Ze benadrukt het belang van een goede samenwerking, omdat enerzijds platformen de weg leiden naar digitale kranten en anderzijds de uitgevers extra lezers verkrijgen door platformen. Zoals hierboven reeds aangehaald, genieten de platformen momenteel van een ongelijk voordeel aan inkomsten, waardoor er nood is aan duidelijke overeenkomsten tussen uitgever en platform.  De samenwerking tussen beide partijen gaat momenteel ofwel over het genereren en verbeteren van de trafiek naar de websites van de uitgever ofwel over de vergoeding voor de toegang tot betaalde content.

In het rapport wordt het volgende geanalyseerd:

  • Evaluatie van samenwerkingen waarbij uitgevers vergoed worden via het verhogen van de trafiek naar de websites
  • Evaluatie van samenwerkingen waarbij uitgevers vergoed worden via het verhogen van verkoop van content
  • Aanbeveling inzake procedures voor het beheren van advertentie-inkomsten
  • Aanbeveling inzake een duurzaam vergoedingsmodel

Uit onderzoek is gebleken dat er 22.349 miljoen bezoekers nodig zijn om de val in inkomsten te compenseren, wat vier keer hoger is dan het huidig aantal bezoekers. Er moeten dan ook oplossingen gezocht worden voor nieuwe vergoedingen, zoals (i) een systeem ontwikkelen dat vier keer zoveel bezoekers trekt; (ii) de gemiddelde inkomsten per bezoek verhogen of; (iii) een directe vergoeding om de schade te beperken. Daarnaast zou het aantal personen dat een abonnement aangaat eveneens moeten opgetrokken worden tot 20.94 miljoen om alle verliezen goed te maken.  In het rapport wordt verduidelijkt dat elke maatregel die trafiek stimuleert, inkomsten per bezoek verhoogt etc. slechts bepaalde specifieke titels zal vergoeden. Volgens het rapport is het dan ook nodig om sector-overkoepelende maatregelen te nemen. De sector moet universeel en eerlijk worden behandeld zonder dat enkele titels worden gefavoriseerd o.b.v. links of commerciële relaties. Het afsluiten van een groot aantal individuele contracten is namelijk ontzettend duur en vraagt een grote mate aan monitoring aan de kant van de platformen, wat onhaalbaar is. In het rapport wordt dan ook voorgesteld om het huidige vergoedingsmodel van advertenties aan te passen zodat de inkomsten terugvloeien naar de rechthebbenden.

Als aanbeveling voor een duurzaam vergoedingsmodel verwijst het rapport naar de ontwikkelingen in Australië en Canada en de Europese Richtlijn die een naburig recht voor persuitgevers invoert. Volgens het rapport wordt de richtlijn momenteel geschonden aangezien de inkomsten van de rechthebbenden gehalveerd worden rekening houdend met het feit dat het totale inkomen van de sector een daling van 47% inhoudt. Aangezien in de kostenstructuur van een krant de redactiekost 20% uitmaakt van de totale operationele kosten, stelt het rapport voor om 264 miljoen euro voor digitaal hergebruik proportioneel te laten vergoeden door de platformen op basis van hun marktaandeel.

Tot slot wordt in het rapport een pleidooi gehouden voor het instellen van een verplicht collectief beheer teneinde een hogere en duurzamere vergoeding te garanderen t.a.v. de platformen. Een correcte vergoeding voor het digitaal hergebruik zou 7-9 % van de advertentie-inkomsten van de platformen bedragen, wat in lijn ligt met de andere Europese landen. Zo heeft bv. Duitsland de vergoeding op 11% geplaatst en heeft ook Frankrijk soortgelijke marges.

Australië keurt de News Media and Digital Platforms Mandatory Bargaining Code goed

26 februari 2021

In Australië heeft de regering op 25 februari 2021 het wetsvoorstel, dat platformen zoals Facebook en Google verplicht te onderhandelen met nieuwsuitgevers om hen een passend aandeel te betalen, goedgekeurd met enkele significante versoepelingen voor de platformen.

Reeds in 2019 probeerde de Australische Mededingingsautoriteit te onderhandelen met Facebook en Google om een vrijwillige gedragscode op te stellen. Het werd snel duidelijk dat er op vrijwillige basis niets zou gebeuren waardoor een ontwerp van een verplichte gedragscode werd overwogen.

Zowel Google als Facebook waren hierover niet te spreken en vonden dit onwerkbaar en onevenredig. De code zou een foutieve weerspiegeling geven van hoe de platformen met de uitgevers omgaan. Volgens beide platformen krijgen nieuwsuitgevers genoeg media-aandacht en genieten ze van voldoende voordelen, zo behouden ze zelf de controle welk nieuws zij op hun Facebookpagina’s plaatsen en of de gebruikers dit mogen delen. De advertentieopbrengsten die Facebook hieruit zou verkrijgen, zouden niet “noemenswaardig” zijn. Google vond dan weer dat geen vergoeding hoeft betaald te worden wanneer er maar beperkte delen van een artikel getoond worden.

Afgelopen december werd het wetsvoorstel officieel ingediend in het Parlement. Als protest ging Google vervolgens voor een klein uurtje gedeeltelijk offline – ze noemden het zelf standaardroutine, a lijkt het eerder een blijk van hun machtspositie – maar begon wel onmiddellijk te onderhandelen met uitgevers zodat ze enerzijds konden aantonen dat een wetgevend initiatief niet nodig was en anderzijds dat ze hun eigen voorwaarden in de overeenkomsten konden opnemen.

De wet bepaalt onder andere volgende zaken:

  • Platformen moeten een passend aandeel betalen voor het geheel of gedeeltelijk reproduceren van nieuws of het weergeven van links naar nieuws;
  • Een platform moet ‘aangewezen’ worden door de minister vooraleer zij onder de wet vallen. De minister onderzoekt voornamelijk of er een significant onevenwicht is tijdens het onderhandelen (de wet zou momenteel enkel betrekking hebben op Google en Facebook);
  • Er zijn een reeds minimumstandaarden waaraan platformen moeten voldoen zoals nieuwsmedia meedelen welke types data worden verzameld of wanneer er wijzigingen in hun algoritmes zijn;
  • De non-differentiatiebepalingen zorgen ervoor dat platformen geen onderscheid mogen maken tussen verschillende nieuwsbedrijven;
  • Wanneer beide partijen niet tot een akkoord komen, moeten ze verplicht in arbitrage gaan. Elke partij mag dan hun ‘final offer’ indienen, waarna een arbitragepanel kan kiezen tussen beide bedragen of zelf een bedrag bepalen wanneer beide bedragen niet in het algemeen belang zijn.

Begin februari uitte Microsoft zich als voorstander van de wet en is bereid uitgevers te betalen wanneer de wet op hen van toepassing zou zijn. Dit voornamelijk om hun marktaandeel in Australië te laten groeien. Google kwam onmiddellijk met een antwoord in de vorm van Google News Showcase, waaraan meerdere Australische titels deelnemen. In de dagen die volgden, sloot Google met verschillende andere mediabedrijven overeenkomsten.

Facebook daarentegen gooide het over een andere boeg en haalde uit protest elk vorm van nieuws offline en werd het onmogelijk nieuws te delen. Zo werden de pagina’s van Australische media geblokkeerd en konden overheidspagina’s geen nieuwsupdates meer geven over o.a. het coronavirus of bosbranden. De Australische regering ging in gesprek met Facebook en kwamen tot een akkoord om enkele wijzigingen – of versoepelingen – aan te brengen in de wet.

  • Bij het aanwijzen van een platform, zal de minister nu bijkomend rekening houden of het digitaal platform een significante bijdrage heeft geleverd aan de duurzaamheid van de Australische nieuwsmedia door commerciële overeenkomsten met hen te sluiten;
  • Wanneer de regering de intentie heeft het platform aan te wijzen, moet het platform hiervan op de hoogte gebracht worden. Het definitief aanwijzen mag niet eerder dan één maand na de kennisgeving;
  • De non-differentiatiebepalingen zullen niet in werking treden wanneer commerciële overeenkomsten geleid hebben tot verschillende bedragen in vergoedingen;
  • Verplichte arbitrage waarbij zelf een bedrag wordt vastgelegd, is een laatste redmiddel. Wanneer commerciële overeenkomsten niet kunnen gesloten worden, zal er eerst een bemiddelingsperiode van twee maanden starten vooraleer men verplicht wordt in arbitrage te treden.

De regering heeft vervolgens de wet, met de overeengekomen wijzigingen, goedgekeurd. Facebook laat ondertussen ook weer nieuws toe op hun platform en hebben verschillende mediabedrijven intentiebrieven laten tekenen waarin zij verzekeren nieuws aan Facebook te verstrekken.

Beide platformen zijn nu intensief aan het onderhandelen vooraleer zij onder de wet kunnen vallen. Met de nieuwe voorwaarde om aangewezen te worden, is het afwachten of dit als ‘significante bijdrage aan de nieuwsmedia’ kan worden beschouwd aangezien dit ervoor kan zorgen of de techgiganten al dan niet onder de code zullen vallen. De wet heeft er alleszins al toe geleid dat beide platformen aan het onderhandelen zijn en uitgevers willen vergoeden voor hun content, iets wat voorheen niet altijd even evident was.

De Europese federaties van uitgevers, namelijk EMMA, ENPA, EPC en News Media Europe sporen alvast samen met Microsoft Europa aan een soortgelijkend arbitragemodel te voorzien in toekomstige Europese wetgevingen om te verzekeren dat ook Europese persuitgevers op basis van het uitgeversrecht, zoals ingevoerd door de Richtlijn Auteursrechten, billijk zullen worden vergoed door de platformen.

 

 

Reeds in 2019 probeerde de Australische Mededingingsautoriteit te onderhandelen met Facebook en Google om een vrijwillige gedragscode op te stellen. Het werd snel duidelijk dat er op vrijwillige basis niets zou gebeuren waardoor een ontwerp van een verplichte gedragscode werd overwogen.

Zowel Google als Facebook waren hierover niet te spreken en vonden dit onwerkbaar en onevenredig. De code zou een foutieve weerspiegeling geven van hoe de platformen met de uitgevers omgaan. Volgens beide platformen krijgen nieuwsuitgevers genoeg media-aandacht en genieten ze van voldoende voordelen, zo behouden ze zelf de controle welk nieuws zij op hun Facebookpagina’s plaatsen en of de gebruikers dit mogen delen. De advertentieopbrengsten die Facebook hieruit zou verkrijgen, zouden niet “noemenswaardig” zijn. Google vond dan weer dat geen vergoeding hoeft betaald te worden wanneer er maar beperkte delen van een artikel getoond worden.

Afgelopen december werd het wetsvoorstel officieel ingediend in het Parlement. Als protest ging Google vervolgens voor een klein uurtje gedeeltelijk offline – ze noemden het zelf standaardroutine, a lijkt het eerder een blijk van hun machtspositie – maar begon wel onmiddellijk te onderhandelen met uitgevers zodat ze enerzijds konden aantonen dat een wetgevend initiatief niet nodig was en anderzijds dat ze hun eigen voorwaarden in de overeenkomsten konden opnemen.

De wet bepaalt onder andere volgende zaken:

  • Platformen moeten een passend aandeel betalen voor het geheel of gedeeltelijk reproduceren van nieuws of het weergeven van links naar nieuws;
  • Een platform moet ‘aangewezen’ worden door de minister vooraleer zij onder de wet vallen. De minister onderzoekt voornamelijk of er een significant onevenwicht is tijdens het onderhandelen (de wet zou momenteel enkel betrekking hebben op Google en Facebook);
  • Er zijn een reeds minimumstandaarden waaraan platformen moeten voldoen zoals nieuwsmedia meedelen welke types data worden verzameld of wanneer er wijzigingen in hun algoritmes zijn;
  • De non-differentiatiebepalingen zorgen ervoor dat platformen geen onderscheid mogen maken tussen verschillende nieuwsbedrijven;
  • Wanneer beide partijen niet tot een akkoord komen, moeten ze verplicht in arbitrage gaan. Elke partij mag dan hun ‘final offer’ indienen, waarna een arbitragepanel kan kiezen tussen beide bedragen of zelf een bedrag bepalen wanneer beide bedragen niet in het algemeen belang zijn.

Begin februari uitte Microsoft zich als voorstander van de wet en is bereid uitgevers te betalen wanneer de wet op hen van toepassing zou zijn. Dit voornamelijk om hun marktaandeel in Australië te laten groeien. Google kwam onmiddellijk met een antwoord in de vorm van Google News Showcase, waaraan meerdere Australische titels deelnemen. In de dagen die volgden, sloot Google met verschillende andere mediabedrijven overeenkomsten.

Facebook daarentegen gooide het over een andere boeg en haalde uit protest elk vorm van nieuws offline en werd het onmogelijk nieuws te delen. Zo werden de pagina’s van Australische media geblokkeerd en konden overheidspagina’s geen nieuwsupdates meer geven over o.a. het coronavirus of bosbranden. De Australische regering ging in gesprek met Facebook en kwamen tot een akkoord om enkele wijzigingen – of versoepelingen – aan te brengen in de wet.

  • Bij het aanwijzen van een platform, zal de minister nu bijkomend rekening houden of het digitaal platform een significante bijdrage heeft geleverd aan de duurzaamheid van de Australische nieuwsmedia door commerciële overeenkomsten met hen te sluiten;
  • Wanneer de regering de intentie heeft het platform aan te wijzen, moet het platform hiervan op de hoogte gebracht worden. Het definitief aanwijzen mag niet eerder dan één maand na de kennisgeving;
  • De non-differentiatiebepalingen zullen niet in werking treden wanneer commerciële overeenkomsten geleid hebben tot verschillende bedragen in vergoedingen;
  • Verplichte arbitrage waarbij zelf een bedrag wordt vastgelegd, is een laatste redmiddel. Wanneer commerciële overeenkomsten niet kunnen gesloten worden, zal er eerst een bemiddelingsperiode van twee maanden starten vooraleer men verplicht wordt in arbitrage te treden.

De regering heeft vervolgens de wet, met de overeengekomen wijzigingen, goedgekeurd. Facebook laat ondertussen ook weer nieuws toe op hun platform en hebben verschillende mediabedrijven intentiebrieven laten tekenen waarin zij verzekeren nieuws aan Facebook te verstrekken.

Beide platformen zijn nu intensief aan het onderhandelen vooraleer zij onder de wet kunnen vallen. Met de nieuwe voorwaarde om aangewezen te worden, is het afwachten of dit als ‘significante bijdrage aan de nieuwsmedia’ kan worden beschouwd aangezien dit ervoor kan zorgen of de techgiganten al dan niet onder de code zullen vallen. De wet heeft er alleszins al toe geleid dat beide platformen aan het onderhandelen zijn en uitgevers willen vergoeden voor hun content, iets wat voorheen niet altijd even evident was.

De Europese federaties van uitgevers, namelijk EMMA, ENPA, EPC en News Media Europe sporen alvast samen met Microsoft Europa aan een soortgelijkend arbitragemodel te voorzien in toekomstige Europese wetgevingen om te verzekeren dat ook Europese persuitgevers op basis van het uitgeversrecht, zoals ingevoerd door de Richtlijn Auteursrechten, billijk zullen worden vergoed door de platformen.

 

 

Deals in Europa – Dreigementen in Australië: recente evoluties in het uitgeversrecht

29 januari 2021

L’Alliance de la Presse d’Information Générale en Google hebben op 21 januari 2021 bekendgemaakt dat ze in Frankrijk een raamakkoord gesloten hebben met betrekking tot het gebruik van perspublicaties online. Dit is het gevolg van een beslissing van de Franse Mededingingsautoriteit die beide partijen oplegde om rond de tafel te gaan zitten. Het raamakkoord zou zowel het uitgeversrecht als een nieuwe dienst van Google, i.e. News Showcase dekken en zet eigenlijk een kader uiteen waarbinnen de leden van de federatie individueel onderhandelingen met Google kunnen opstarten. De individuele vergoedingen zouden onder andere gebaseerd worden op de bijdrage tot algemeen en politiek nieuws (magazines zijn uitgesloten van het akkoord), dagelijks volume aan publicaties en maandelijks internetbereik. Het is op dit moment nog onduidelijk of het voor de individuele uitgevers mogelijk zal zijn een licentie te onderhandelen met Google op basis van het uitgeversrecht zonder mee te stappen in de News Showcase dienst van Google. In andere landen benadert Google uitgevers namelijk vooral om een deal te sluiten over News showcase waarbij het erop neer komt dat de uitgever afstand doet van zijn uitgeversrecht door in de deal te stappen.

In het Verenigd Koninkrijk heeft Facebook een News tab gelanceerd waarbij het nieuwsuitgevers zal vergoeden voor het gebruik van hun content voor deze nieuwe dienst waarin de meest sprekende nieuwsverhalen van de dag gebundeld worden. Facebook zou de uitgevers een forfaitaire vergoeding betalen voor het gebruik van de content, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de dienst Instant Articles waar aan uitgevers een deel van de advertentie-inkomsten toekomen. Onder andere The Daily Mail Group, The Financial Times, Sky News en The Telegraph stapten in de deal.  Facebook News werd een jaar geleden gelanceerd in de Verenigde Staten en Facebook beweert dat 95% van de trafiek naar de uitgevers komt van lezers met wie de uitgever in kwestie nog geen lezersrelatie had opgebouwd. Door het betalen voor nieuws wil Facebook enerzijds aantonen dat ze bereid zijn lokale uitgevers te steunen zonder inmenging van de overheid en anderzijds dat ze hun verantwoordelijkheid opnemen in de strijd tegen mis- en desinformatie. Facebook is reeds gestart met de onderhandelingen om Facebook News in andere Europese landen beschikbaar te maken, waaronder Frankrijk en Duitsland.

Anders gaat het er aan toe in Australië. Daar valt een wetsontwerp waarbij platformen zoals Google en Facebook verplicht worden een passend deel te betalen aan nieuwsuitgevers, niet in goede aarde bij de platformen. Het wetsvoorstel legt platformen een verplichte gedragscode op dat individuele en collectieve onderhandelingen met nieuwsuitgevers voor het tonen van hun content in Google Search en Facebook bevat. Dit wetsvoorstel, dat in december ingediend werd en momenteel besproken wordt in de Senaat, zou de vrijwillige ‘news bargaining code’ die eerder op tafel lag verplichtend maken. Wanneer uitgever en platform niet tot een overeenkomst komen, zal een arbiter het bedrag vastleggen. Bij niet-betaling kunnen de boetes oplopen tot ruim 6,4 miljoen euro.

Hoewel Google beweert bereid te zijn om te onderhandelen met de Australische uitgevers, stellen ze dat de wet een stap te ver gaat. Google blijft van mening dat de uitgevers voldoende media-aandacht krijgen doordat gebruikers kunnen doorklikken naar hun websites. Het dreigt Google Search integraal offline te halen in Australië indien de wet in werking treedt in zijn huidige vorm. Recent heeft Google tijdelijk bepaalde media-inhoud geblokkeerd voor bepaalde gebruikers. Hoewel Google beweert dat dit louter een test was, toont dit vooral ook de machtspositie van Google aan. Facebook heeft eveneens aangekondigd alle regionaal, nationaal en internationaal nieuws van zijn platform te verwijderen wanneer de code wet zou worden. De Australische regering lijkt alvast niet van plan te zijn om zich te laten intimideren door Google en blijft – voorlopig – achter het wetsvoorstel staan.

 


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.